DSO LES FRANS

• Frans
• Basisschool
• Groep 8

Bonjour !

Comment ça va?

Doelen

• Aan het einde van de les kun je groeten en afscheid nemen
• Aan het einde van de les kun je vragen hoe het gaat 
• Aan het einde van de les kun je tellen t/m 20
• Aan het einde van de les ken je de kleuren in het Frans
• Aan het einde van de les ken je de dagen van de week
• Aan het einde van de les ken je de familieleden in het Frans
• Aan het einde van de les ken je de uitspraak van het alfabet
  
  

Planning

• Terugblik: wat geleerd/wat gedaan?
• Membres de la famille leren: opdracht met filmpje
• Overnemen en zelfstandig leren
• Check in duo's (overhoring)
• Tussentijdse check van het geleerde van afgelopen weken (zie doelen deze les)

De dagen van de week

Lundi = maandag

Mardi = dinsdag

Mercredi = woensdag

Jeudi = donderdag

Vendredi = vrijdag

Samedi = zaterdag

Dimanche = zondag

Tellen 1 t/m 10

Un = 1             Six = 6

Deux = 2          Sept = 7

Trois = 3          Huit = 8

Quatre = 4      Neuf = 9

Cinq = 5         Dix = 10

Les couleurs (de kleuren)

              Rood: Rouge          

Blauw: Bleu

Geel: Jaune

Groen: Vert

Paars: Violet

Wit: Blanc

Zwart: Noir

Bruin: Marron/Brun

Beige= beige

Maar eerst:

Voor het antwoorden van de vragen, doe je allemaal het volgende: 

• Elke persoon 2 lege vellen
• Noteer op blad 1 op de voorkant een A en op de achterkant een B
• Noteer op blad 2 op de voorkant een C en op de achterkant een D

Bonjour! : Hallo

Salut! : Hallo

Begroeten

Comment ça va ?

Hoe gaat het ?

Ça va bien 

Het gaat goed

ca va bien

Comment tu t'appelles ?

Hoe heet je ?

Je m'appelle .... : 

Ik heet .....

Comment tu...

Opdracht 1 en 2:

• Maak nu opdracht 1 alleen en opdracht 2 in een duo.
• Je hebt ongeveer 5 minuutjes 

Hoe zeg je "Hallo"

1. Bonjour
2. Bonsoir
3. Salut

hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?

1. comment ça va?
2. comment tu t'appelles?

Opdracht 3:

• We gaan samen tellen tot 20 in het Frans. 
• Pak opdracht 3 van je werkblad erbij
• Noteer de getallen VOLUIT in het Frans
• Hierna zullen we het kort bespreken

Vertellen hoe oud je bent

1. Bonjour / Salut
2. Comment tu t'appelles? Je m'appelle ... .
3. Quel âge as-tu?  J'ai ... ans.

Tu as quel âge?

Hoe oud ben je ?

J'ai ..... ans 

(10 = dix, 11 = onze, 12 = douze,  

14= quatorze, 15 = quinze )

Ik ben .... 

leeftijd

Ik ben 10

1. J'ai onze ans
2. J'ai dix ans
3. j'ai douze ans

Opdracht 4

• Lees opdracht 4
• Voer het weer in je duo uit : 2 minuten
• Bespreking 

3

1. un
2. trois
3. neuf

10

1. six
2. dix

7

1. huit
2. neuf
3. sept

Les afsluiting

Doelen van de les : 

• Groeten in het Frans
• Ik kan mezelf voorstellen
• (Ik kan vertellen hoe oud ik ben)
•  Ik kan tellen tot en met 20

VUL DE REFLECTIEVRAGEN NU IN