Economie praktische opdracht

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

De loonhoogte flexibel

Praktische opdracht

Fien

Bart

Sophie

Inhoud

- Uitleg begrippen

- Zelfstandig examenopdracht maken

- Klassikaal bespreken

Loonflexibiliteit

•  Past zich snel aan

• Loonstarheid

Prijsinflatie

•  Stijging van het algemeen prijspeil

•  Hetzelfde geld, minder ermee kunnen kopen 

• Daling van koopkracht

Loonontwikkeling

• Reële loonontwikkeling:  verandering van koopkracht.

• Nominale loonontwikkeling: verandering van het inkomen.

Wat is loonflexibiliteit?

1. Lonen die zich niet snel aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt
2. Lonen die scheef verdeeld zijn over de samenleving
3. Lonen die zich snel aanpassen aan veranderingen op de arbeidsmarkt

Wat verstaan we onder reële loonstijging?

1. Een stijging van zowel de lonen, als van de prijzen.
2. Een lagere stijging van de prijzen, dan van de lonen.
3. Een lagere stijging van de lonen, dan van de prijzen.
4. Een stijging van de lonen en een daling van de prijzen.

Examenopgave 

A. Leg de stelling van de woordvoerder uit.

Opgave A:

- Als de werkloosheid toeneemt, leidt dat tot daling van de lonen. Hierdoor neemt de vraag naar arbeid toe ten opzichte van het aanbod. 

En wordt de werkloosheid dus minder. 

B. In welk land heeft de ontwikkeling van de prijsinflatie het grootste effect op de reële loonontwikkeling?

1. Duitsland
2. Frankrijk
3. Nederland

Opgave B

-Nederland, de prijsinflatie in Nederland heeft de kleinste loonstijging tot gevolg. Hierdoor is de uiteindelijke reële loondaling het grootst. 

Berekening van B

RIC = NIC / PIC

Duitsland

RIC = 100,75 / 101 x 100 = 99,752 (-0,25%)

Frankrijk

RIC = 100,65 / 101 x 100 = 99,653 (-0,35%)

Nederland

RIC = 100,6 / 101 x 100 = 99,604 (-0,40%)

Opgave C.

Verklaar waarom het in de tabel bij onderdeel b aangegeven verband negatief is.

Opgave C

- De stijging van de werkloosheid (+) zorgt ervoor dat de werknemers eerder met een lagere loonstijging (-) genoegen zullen nemen. 

- Dit omdat zij vrezen om ontslagen te worden.

Opgave D

Bereken het totale effect van de prijsinflatie en werkloosheid op de procentuele loonstijging in Nederland.

Opgave D

•  0,60 x 2,3 - 1,1 x (6,5 - 3,0) = -2,47 %

E: Welk effect verwacht de econoom dat de groei van de werkloosheid heeft op de loonstijging?

1. Dempend effect
2. Versterkend effect

Opgave E

- Door de verminderde macht van de vakbeweging is er meer concurrentie tussen de aanbieders van arbeid. Hierdoor heeft de groei van de werkloosheid een groter dalend effect op de lonen. 

Einde van de les.

•  Bedankt voor het luisteren en meedoen.