Kopstation (opgave 37 van 4.4 Behoud van energie)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Een metro rijdt een station binnen. De motor is uit en de bestuurder remt niet. Er is geen wrijvingskracht. De metro rijdt 2,0 m omhoog. Welke energie vergelijking hoort hier bij?

1. W = Ez
2. Ek = Ez
3. Ek = W

Als Ek = Ez kun je deze formule afleiden. De trein heeft een snelheid van 27 km/h en gaat
2,0 m omhoog? Haalt de metro die hoogte met deze snelheid?

1. Ja, je houdt nog 0,9 meter over.
2. Nee, je komt 0,9 m te kort.
3. Ja, je houdt nog 35 meter over.
4. Nee, je komt 35 m te kort.

De metro haalt dus de hoogte en bovenaan heeft hij nog snelheid over.
Met welke energievergelijking kun je die snelheid bovenaan uitrekenen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Om de eindsnelheid uit te rekenen, kun je deze energievergelijking uitwerken. Op welke vergelijking kom je dan uit?

1. 
2. 
3. 
4. 

De trein reed met een snelheid van 27 km/h en ging 2,0 m omhoog. Welke snelheid had hij bovenaan nog over?

1. 26 km/h
2. 27 km/h
3. 4,1 km/h
4. 15 km/h