BK 2 hfd 1.3 les 2

LES 2 hoofdstuk 1.3 lezen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

LES 2 hoofdstuk 1.3 lezen

Slide 1 - Slide

Weten we nog wat een titel is?

Slide 2 - Slide

Titel 
Bijna elke tekst heeft een titel. Meestal noemt de titel het onderwerp óf hij geeft een aanwijzing over het onderwerp. Een titel in een (online) krant noem je ook wel kop of krantenkop.


Slide 3 - Slide

Weten we nog wat een tussenkopje is?

Slide 4 - Slide

Tussenkopje

Soms staan er in de tekst ook tussenkopjes (of kopjes). Tussenkopjes vertellen je waarover het tekstgedeelte eronder gaat. Zo kun je gemakkelijk deelonderwerpen vinden in een tekst.

Slide 5 - Slide

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

Slide 6 - Slide

Onderwerp
Iedere tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van de tekst.

Het onderwerp van een tekst vind je zo:
• Lees de titel en de eerste alinea van de tekst.
• Kijk naar woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
• Bekijk de plaatjes en de tekst onder de plaatjes.
• Stel jezelf de vraag: waarover gaat deze tekst?
Het onderwerp schrijf je altijd in één woord of in een paar woorden op.


Slide 7 - Slide

Wat is ook al weer een deelonderwerp?

Slide 8 - Slide

Deelonderwerp
Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt. Bijvoorbeeld: Onderwerp: De nieuwe school.
Deelonderwerpen: De nieuwe klas. De mentor. De eerste lessen.

Slide 9 - Slide

Wat is verkennend lezen?

Slide 10 - Open question

Verkennend lezen
• Lees de titel en de tussenkopjes.
• Lees de eerste en de laatste alinea.
• Lees de woorden die vet- of schuingedrukt gedrukt zijn.
• Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
• Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Slide 11 - Slide

Wat is nauwkeurig lezen?

Slide 12 - Open question

Nauwkeurig lezen
Om precies te weten wat er in een tekst staat, lees je hem nauwkeurig. Je leest de tekst met aandacht, zin voor zin.

Slide 13 - Slide

Wat is zoekend lezen?

Slide 14 - Open question

Zoekend lezen
Wil je antwoorden op vragen of specifieke informatie vinden, lees dan de tekst zoekend of scannend. Je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie die je nodig hebt.

Slide 15 - Slide

Een titel is meestal het onderwerp van de tekst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Een tussenkopje vertelt waar de alinea eronder over gaat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Bij verkennend lezen lees je eerst de titel en tussenkopjes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Bij nauwkeurig lezen lees je alleen de bron.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

MOEILIJKE WOORDEN?

Slide 20 - Slide

Wat doe jij als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst?

Slide 21 - Mind map

Ik zie een moeilijk woord!
Is het woord echt belangrijk om te weten?
Of kan ik de tekst ook zonder die betekenis begrijpen?

Ik snap het niet! Ik moet de betekenis weten!

Slide 22 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden

Slide 23 - Slide

Wat kan je doen als je een moeilijke woord tegenkomt?
A
Een woordenboek pakken en het woord opzoeken
B
Kijken of het woord lijkt op een woord dat je wel kent
C
Naar de rest van de zin kijken of je daardoor achter de betekenis kunt komen.
D
Nagaan of je de betekenis van het woord nodig hebt om de tekst te begrijpen.

Slide 24 - Quiz

Lees de tekst

In Nederland wonen allerlei mensen uit allerlei culturen. Daarom is er veel multicultureel mooiste zien. Dat zie je niet alleen terug in de fijne winkeltjes met allerlei buitenlands eten en goedkope kappers. Het heeft ook effect op het taalgebruik. Je hoort in de Nederlandse straten allerlei talen door elkaar.

Moet je het woord multicultureel opzoeken om het woord te begrijpen?
Zo ja, welke stappen zet je?

Slide 25 - Slide

Lees de tekst
De gemeente Zwolle heeft alle maatregelen rondom het dumpen van huisafval in de straat vastgelegd in een convenant. De gemeente zal steekproeven doen om te kijken of het convenant wordt nageleefd. Burgers kunnen het convenant vinden op www.gemeentezwolle.nl en moeten daar een digitale handtekening onder het convenant zetten.

Is het belangrijk dat je weet wat het woord convenant betekent?
Zo ja, welke stappen zet je?

Slide 26 - Slide

Synoniem
  • Wat is een synoniem? 
  • Kun je een voorbeeld geven?

Slide 27 - Slide

Synoniemen
Een synoniem ander woord met dezelfde betekenis.
Vb. auteur = schrijver, dominant = overheersend


Slide 28 - Slide

Welke woorden zijn synoniemen van elkaar? Sleep de juiste synoniemen naar de woorden.
Boos
Beest
Gevangenis
Cipier
Schip
Kwaad
Dier
Bajes
Gevangenisbewaarder
Boot

Slide 29 - Drag question

Tegenstellingen
het tegengestelde
bijvoorbeeld: koud-warm

Slide 30 - Slide

Wat is de tegenstelling van:
schoon?
A
fris
B
lekker
C
vies
D
rein

Slide 31 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
lelijk
A
mooi
B
slim
C
dom
D
aardig

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Wat is de tegenstelling van:
snel
A
vlug
B
rap
C
gejaagd
D
sloom

Slide 34 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
opletten
A
concentreren
B
afdwalen
C
meedoen
D
aandachtig

Slide 35 - Quiz

zelfstandig werken
H1.3 Lezen
Maak opdrachten tot en met 14

Slide 36 - Slide