Wondzorg

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat voor soort wond zie je op de afbeelding?
A
Stralingswond
B
Circulatiestoorniswond
C
Oncologische wond
D
Elektrische wond

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke factoren spelen een rol bij wondgenezing?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wondclassificatiesystemen






Hoe lang bestaat de wond al?
Intensiteit van de wond
Samenhangende factoren met de wond: onderliggende ziekten


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aandachtpunten gele wonden
  • Reinigen wond : NaCl 0,9% of aqua
  • Aseptisch werken staat voorop
  • Je werkt van buiten naar binnen
  • Pijnbestrijding: bij verwisselen van verband
  • Bestrijden infectie: antibiotica of als crème
  • Wondmaterialen: juiste product bij juiste wond
  • Multidisciplinaire aanpak

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oppervlakkige gele wond
  • Is ondiep en produceert weinig exsudaat + droge wond
  • Wondgebied beïnvloeden door gebruik van alginaten
  • Gele korst laat dan makkelijker los

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Diepe gele wonden
  • Het wondgebied ligt dieper dan het niveau van de huid. Is diep, geel en veel wondvocht en exsudaat
  • Reiniging door spoelen van de wond
  • Verbinden met een goed absorberend verband diep in de wond.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Specifieke verzorging zwarte wond
Necrose
Droge zwarte wond
Natte zwarte wond
Doel therapie: het verwijderen van het dode weefsel (necrotomie). Hierdoor kan wondgenezing plaatsvinden.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is exsudaat?
A
Kapot weefsel bij een open wond
B
Het uitzetten van de bloedvaten bij een wond
C
Vocht dat ontstaat bij een ontsteking

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je NIET doen bij het verzorgen van een rode wond
A
Wondbodem vochtig houden
B
Wondbodem reinigen
C
Wondbodem beschermen tegen beschadigingen
D
Zorgen dat het verband niet vastkleeft

Slide 25 - Quiz

In principe hoef je de wondbodem van een rode wond niet te reinigen >> het granulatieweefsel op de wondbodem van een rode wond is een gezonde bodem die je niet wilt "verstoren".
Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

TIME MODEL

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Waar staat de afkorting TIME voor?
A
Time Infection Moisture Edge
B
Tissue Infection Measurable Edge
C
Tissue Infection Moisture Edge
D
Tissue Infection Moisture Egg

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Welke van de volgende wondbeschrijving past het beste bij deze wond?
A
T: vitaal weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: nat wondbed E: rafelige wondranden
B
T: necrotisch weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden
C
T: necrotisch weefsel / I: niet geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions



Wat kun je bij de letter E zeggen over deze wond?

A
De wondranden zijn intact
B
De wondranden zijn geïnfecteerd
C
De wond is niet vitaal

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions


A
Categorie 1
B
Categorie 2
C
Categorie 3
D
Categorie 4

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Decubituswonden

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Welke voedingsstoffen heeft een wond nodig om te genezen?
A
Eiwitten
B
kalium
C
calcium
D
elektrolyten

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

In welke fase vernauwen de bloedvaten zich rond de wond?
A
reactiefase
B
regeneratiefase
C
rijpingsfase

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Vochtletsel of decubitus?
A
Vochtletsel
B
Decubitus

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Vochtletsel of decubitus?
A
Vochtletsel
B
Decubitus
C
Beide

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Negatieve-druktherapie/vacuümtherapie
  • Het is een actieve wondbehandeling techniek voor acute of chronische, oppervlakkige of diepe wonden.
  • Bij negatieve-druktherapie leggen ze in de wond een foam (schuim) of gaasverband.
  • Dit dekken ze af met een transparante, semipermeabele polyurethaan film.
  • Dit wordt verbonden met een vacuümbron.
  • Door de specifieke structuur van het foam- of gaasverband verdeelt de vacuümdruk zich egaal over het hele oppervlak van de wond.
  • De druk kan continu of intermitterend zijn. Het wondvocht wordt via een tube in een reservoir opgevangen dat bevestigd is aan het toestel.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Voordelen negatieve druktherapie
  • Versnellen van de groei van granulatieweefsel
  • Behoud van vochtig wondmilieu
  • Sneller naar elkaar toegaan van de wondranden
  • Onttrekken van het wondvocht aan de wond
  • Verbeteren van de lokale circulatie
  • Reduceren van de verzorgingskosten
  • Verbreden van het comfort van de patiënt en zorgverlener

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions