Future

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Lesson goal:

- I can use the future tense correctly

Future

Let's see where we stand

Don't be afraid to make mistakes!

Vertaal:
Morgen ontmoet ik mijn vrienden

Vertaal:
Volgende zomer ga ik naar Frankrijk

Vertaal:
Ik denk dat sc Heerenveen de wedstrijd gaat winnen morgen

Vertaal:
De trein vertrekt over 5 minuten

Voorbeelden

Present simple:

The train leaves at 10pm (rooster)

The store opens at 9am (openingstijden)

We have a maths test next week (is gepland)

Will/shall

I will be there (belofte)

He will take your coat now (aanbieding)

Shall we go out tonight?

Chelsea will win the match tonight (voorspelling zonder bewijs)

Voorbeelden

Present continuous:

I am meeting my friends this afternoon (afspraken die al zijn gemaakt)

My uncle is having a birthday party tomorrow (plannen in de toekomst die al vastliggen)

To be going to

I am going to France next summer (plannen in de toekomst)

Look at those clouds, it's going to rain! (bewijs)

Now let's try and put the knowledge to the test!

Met de 'Future Tense' kan ik dingen zeggen over:

1. Wat er nog gaat gebeuren
2. Wat in het eerder al is gebeurd
3. Wat nu aan de gang is
4. Wat in het verleden begon en nu stopt

fill in the future tense:

I ______ my sister in December.

1. will see
2. am going to see
3. shall see
4. is going to see

Dit is een plan in de toekomst

Fill in the future tense:

Look at those clouds! It __________ rain

1. is going to
2. will

Voorspelling gebaseerd op bewijs (donkere wolken)

Which sentences are in the future tense?

1. I will help you tomorrow.
2. I'm playing football on Saturday.
3. I am going to play football.
4. He helps you every day.

Fill in the future tense:
The train ... at 8o'clock

1. will leave
2. leaves
3. is going to leave
4. shall leave

Is een tijd volgens een vast schema/rooster

future (hele zin overnemen)
+ (to buy) -> ... I ... a new pair of jeans this weekend?

future
? (To go) -> .... he .... to school?

Voorspelling zonder bewijs

+ (to teach) -> The teachers ..... English, I promise.

Een belofte, hiermee geven ze aan dat ze iets gaan doen.

Need more practice?

Check IL:

Planner > Week 9 > Future tense practice (or grab a hand out)

AND/OR

HV: opdracht 53 t/m 57. 

TL: opdracht 52 t/m 53 & 55 

in your book/online