Oefenen met luchtdruk - wind- passaten en moessons aangepast
evenaar
30 o NB
60 o NB
90 o NB
30 o ZB
60 o ZB
90 o ZB
H
L
H
H
H
L
L
1 / 23
Items in this lesson
evenaar
30 o NB
60 o NB
90 o NB
30 o ZB
60 o ZB
90 o ZB
H
L
H
H
H
L
L
Slide 1 - Drag question
Wind zonder coriolis effect
H
H
H
H
H
L
L
L
L
L
L
H
Wind MET coriolis effect
MET coriolis effect
zonder coriolis effect
MET coriolis effect
Slide 2 - Drag question
Als de aardas recht zou staan, zouden de seizoenen verdwijnen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Over het algemeen verwarmt de zon het water minder snel dan het land.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Door de hoge zonnestand wordt het aardoppervlak in de tropen sterk verwarmd. De lucht zal dalen, condenseren en dit zal tot regen leiden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Leg uit waarom het in de tropen nooit droog is
Slide 6 - Open question
Leg uit waarom het in de Sahara nooit regent
Slide 7 - Open question
In Nederland waait de wind vaak uit het zuidwesten. Verklaar dit aan de hand van de mondiale luchtcirculatie en het corioliseffect
Slide 8 - Open question
Hoe zou het klimaat in Nederland zijn zonder de atmosferische circulatie: warmer of kouder? Leg uit
Slide 9 - Open question
Wat is een moesson?
Slide 10 - Open question
Leg uit waarom een moesson in India in juli zoveel regen kan veroorzaken?
Slide 11 - Open question
Wat is de relatie tussen Lage Luchtdruk en ITCZ?
Slide 12 - Open question
De intertropischeconvergentiezone (ITCZ) is altijd een
A
Maximum
B
Minimum
Slide 13 - Quiz
Wind waait altijd naar
A
de evenaar
B
naar het ITCZ= lage druk
C
naar het hoge druk gebied
D
naar het ITCZ= hoge druk
Slide 14 - Quiz
In de maand juli ligt de ITCZ op het
A
Noordelijk halfrond
B
Zuidelijk halfrond
Slide 15 - Quiz
Het ITCZ bereikt op het noordelijk halfrond een hogere breedte?
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
De ITCZ ligt in januari op het ..... halfrond
A
Zuidelijk
B
Oostelijk
C
Westelijk
D
Noordelijk
Slide 17 - Quiz
Waarom is de ITCZ zo belangrijk voor de landen rond de evenaar?
Slide 18 - Open question
Maak de juiste combinaties door ze naar elkaar te slepen
rondom evenaar
keerkringen
gematigde breedten
Noord- en Zuidpool
ITCZ
Warm hogedrukgebied
instabiele lagedruk-gebieden
koud hogedruk-gebied
Slide 19 - Drag question
Wat is de reden dat de ITCZ boven het land een grotere verschuiving laat zien dan boven de oceaan?
Slide 20 - Open question
Een moesson verandert van richting doordat
A
hij het tussen de keerkringen schuivende ITCZ volgt
B
de draaiing van de aarde elk half jaar wisselt
C
de winden soms naar lage en soms naar hoge drukgebieden stromen
Slide 21 - Quiz
Hoe luidt de wet van Buys Ballot?
Slide 22 - Open question
Als de aardas recht zou staan, verdwijnt de luchtcirculatie.
A
Waar
B
Niet waar
