H3: Adjectives 1

Welcome, everybody!
Please get ready for English.

Pak alvast je boek, pen en iPad.
timer
5:00
Mr Brugman
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome, everybody!
Please get ready for English.

Pak alvast je boek, pen en iPad.
timer
5:00
Mr Brugman

Slide 1 - Slide

Planning
- Stilwerken;

- Homework + Grammar;

- Zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Stilwerken
Kies 1 om te doen

  1.  Woordjes leren uit het boek;
  2. Leesvaardigheid (link);
  3. Huiswerk (af)maken.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Last class?
  • Song assignment;
  • Speaking.

Slide 4 - Slide

Homework
Maak opdracht 23a, 23b, 29a, 29b (p. 142)  

Learn the vocabulary of C: Reading on p. 171
HV: Exercise 26a, 26b, 29a, 29d

Slide 5 - Slide

Adjectives

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zoals je weet bestaat er in het Engels een vaste woordvolgorde: wie / doet / wat / waar / wanneer.

 

He - watched - a film - on television - last weekend.

Wie - doet - wat - waar - wanneer

Slide 8 - Slide

Je kunt ook een adjective (bijvoeglijk naamwoord) aan een zin toevoegen. Een adjective zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Je zet ze dan voor het zelfstandig naamwoord.

He watched a funny film.
They bought a lovely dress.
We had a good time.

Slide 9 - Slide

Soms zet je een adjective achter het werkwoord. In dat geval geeft de adjective extra informatie over het onderwerp. 
Dit kan bij werkwoorden zoals to be, look, appear en seem.
  

She looks amazing in my new dress.
I am curious to see that new film.
They seem focussed on their singing careers.

Slide 10 - Slide

My friends have a ... hide-out place.
This ... comedy in set in Los Angeles in 1990.
She is ...! She makes so many jokes.
The ... Harry Potter movies was the best.
romantic
first
hilarious
secret

Slide 11 - Drag question

who
does
what
where
when
my friend
yesterday
drove
her car
in town

Slide 12 - Drag question

who
does
what
where
when
when she was younger
in Hollywood
was
my mom
an actress

Slide 13 - Drag question

Put in the correct order
her bike
to school
drove
Sandra
last Saturday

Slide 14 - Drag question

Type the number where the adjective belongs:
She was (1) a (2) model (3) when she was (4) younger. (beautiful)

Slide 15 - Open question

Type the number where the adjective belongs:
(1) Ben is (2) baby (3).
((an) adorable)

Slide 16 - Open question

Maken:
Maak opdracht 30, 32a (p. 149, 150)  

Learn the vocabulary of F: Listening on p. 171
HV: Exercise 30a, 30b

Slide 17 - Slide

Pak je iPad en ga naar Gimkit.com/join
Voer de code in.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide