Blok 2: Migratie - 2.2

Multiculturele samenleving
Deel 2
Migratie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Multiculturele samenleving
Deel 2
Migratie

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Lesdoelen & begrippen
  • Vorige les
  • Uitleg migratie naar NL
  • Spel 30 seconds

Slide 2 - Slide

Blok 2: Migratie



Wie kwamen er naar Nederland sinds de WO2? 

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan 2 effecten noemen van migratie op de samenleving.
  • Je kan de grootste groepen migranten benoemen sinds de jaren 50.
  • Je kan uitleggen waarom bepaalde groepen naar Nederland kwamen.
  • tl/h: Wat zijn de push- en pullfactoren voor deze bepaalde groepen migranten.
Begrippen
- migratie (migrant)
- immigratie (immigrant)
- emigratie (emigrant)
- arbeidsmigratie (arbeidsmigrant) 
- vluchteling
- gezinshereniging
- kettingmigratie
TL/H: 
- pushfactoren
- pullfactoren

Slide 4 - Slide

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die vertrekt uit een gebied of land?
A
Migrant
B
Emigrant
C
Immigrant
D
Vemigrant

Slide 5 - Quiz

Welk begrip hoort hierbij;
Iemand die zich vestigt in een gebied of land?
A
Migrant
B
Immigrant
C
Emigrant
D
Vemigrant

Slide 6 - Quiz

De gemeente Utrecht bekijkt hoeveel mensen van buiten Europa in Utrecht komen wonen.

Naar welke groep kijkt de gemeente Utrecht?
A
Emigranten
B
Immigranten
C
Migranten
D
Multicultureel

Slide 7 - Quiz

Welke kleur op de kaart hoort hierbij;

In de landen met de kleur (..?..) vindt meer emigratie dan immigratie plaats.
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Grijs

Slide 8 - Quiz

Laatste vraag!
Iemand die emigreert naar een land en vervolgens weer immigreert naar het land van herkomst noem je een...
A
Arbeidsmigrant
B
Gezinshereniging
C
Remigrant
D
Kettingmigrant

Slide 9 - Quiz

Migratie = het verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats

Slide 10 - Slide

Verschillende soorten migratie
Migrant = Iemand die verhuist van de ene woonplaats naar de andere woonplaats.
Emigrant = Iemand die vertrekt uit een gebied of land naar een ander gebied of land. 
Immigrant = Iemand die zich vestigt in een gebied of land vanuit een ander gebied of land. 

Slide 11 - Slide

Pak je spullen
  • Schrift + pen 
  • Mobiel in je tas

Slide 12 - Slide

Immigratie

Immigrant = Iemand die zich vestigt in een gebied of land vanuit een ander gebied of land. 

Slide 13 - Slide

Immigratie naar herkomst
Tijdlijn immigratie NL

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Immigratie naar herkomst
Tijdlijn immigratie NL

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Immigratie naar herkomst
Tijdlijn immigratie NL

Slide 19 - Slide

Van arbeidsmigratie naar gezinshereniging

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Immigratie naar herkomst
Tijdlijn immigratie NL

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Kettingmigratie
= Migranten sturen informatie naar huis, waardoor er weer nieuwe migranten komen.


Slide 24 - Slide

Aan de slag!

  • Opdracht 'ik vertrek naar Nederland'

  • Opdracht aftekenen

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan de betekenis geven van een emigrant, immigrant en remigrant.
  • Je kan uitleggen wat het verschil is tussen emigreren en immigreren.
  • Je kan een voorbeeld geven van een gevolg van emigreren/immigreren voor een samenleving. 
Begrippen
- segregatie
- migratie (migrant)
- immigratie (immigrant)
- emigratie (emigrant)
- arbeidsmigratie (arbeidsmigrant) 
- vluchteling
- gezinshereniging
- kettingmigratie
TL/H: 
- pushfactoren
- pullfactoren

Slide 26 - Slide

Blok 2: Migratie
Wat is migratie?
Welke soorten migratie kennen wij?
Wat zijn oorzaken en gevolgen van migratie?

Slide 27 - Slide