TC A1 thema 7 woordenschat en voorzetsels van tijd herhalen

woordenschat en voorzetsels van tijd/plaats herhalen
TC A1 - thema 7 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

woordenschat en voorzetsels van tijd/plaats herhalen
TC A1 - thema 7 

Slide 1 - Slide

Voor het eten, op donderdag, om negen uur. 

Slide 2 - Slide

Peter en Sarah gaan ...... 15 april 2025 trouwen.
A
om
B
op
C
in
D
van

Slide 3 - Quiz

Mijn broer woont ...... 2018 in Frankrijk.
A
van
B
op
C
sinds
D
tijdens

Slide 4 - Quiz

Anja luistert naar muziek .......... het sporten.
A
van
B
met
C
tijdens
D
over

Slide 5 - Quiz

Wij willen ........ 2025 ons rijbewijs halen.
A
op
B
van
C
in
D
over

Slide 6 - Quiz

Ahmed begint ........ 8 uur met werken.
Hij werkt ...... 8 uur ........ 12 uur.
A
op - van -tot
B
om - van -tot
C
in - van -tot
D
van - om -tot

Slide 7 - Quiz

Welke woorden horen bij het plaatje? 

Slide 8 - Slide

Wat zie je?
Typ de woorden.
timer
1:00

Slide 9 - Open question

Wat zie je?
Typ de woorden.
timer
1:00

Slide 10 - Open question

Wat zie je?
Typ de woorden.
timer
1:00

Slide 11 - Open question

Nederland - de provincies
Praat samen: Wat weet je?

Oefen online: de provincies

Slide 12 - Slide

voorzetsels van plaats

Slide 13 - Slide

Utrecht ligt ..... het midden van Nederland.
A
op
B
van
C
in
D
met

Slide 14 - Quiz

De kat zit .......... de hond.
A
tegen
B
tegenover
C
naast
D
voor

Slide 15 - Quiz

Het paard springt .......... het hek.
A
op
B
voor
C
naast
D
over

Slide 16 - Quiz

De lampen hangen ..... het plafond en ze hangen ......... de tafel.
A
aan - boven
B
op - boven
C
onder - op
D
onder - boven

Slide 17 - Quiz

Kies nu zelf: Welk voorzetsel past in de tekst?

Slide 18 - Slide