2b 2c

2b 2c
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2b 2c

Slide 1 - Slide

23-11

Slide 2 - Slide

Ga zitten en pak je leesboek.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Als je klasgenoot spreekt, luister je en ben jij stil. 

Slide 5 - Slide

Programma
- Lezen
- We herhalen de termen:
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld
  4. Tegenstelling
-Tekst

Slide 6 - Slide

Programma
- Lezen
- We herhalen de termen:
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld
  4. Tegenstelling
-Tekst

Slide 7 - Slide

Woordraadstrategieën 
1. synoniemen
Woorden die ongeveer dezelfde betekenis hebben.

2. omschrijving


3. voorbeeld


4. tegenstelling
                                                    blij        = vrolijk
                                                    gamen = spelen
                                                    game = computerspel


Een game is een elektronisch spel dat op een computer, console of handheld gespeeld wordt. 
      

Slide 8 - Slide

Programma
- Verkiezingen: journaal
- We herhalen de termen:
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld
  4. Tegenstelling
-Tekst

Slide 9 - Slide

Tekst
Zoek in de tekst 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Programma
- Verkiezingen: journaal
- We herhalen de termen:
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld
  4. Tegenstelling
-Tekst

Slide 13 - Slide

Programma
- Verkiezingen: journaal
- We herhalen de termen:
  1. Synoniem
  2. Omschrijving
  3. Voorbeeld
  4. Tegenstelling
-Tekst

Slide 14 - Slide

Opdracht
Nieuw Nederlands
-Huiswerk nakijken
-Nieuwe opdrachten maken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Boekbespreking m.b.v. een PowerPoint!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Woordraadstrategieën 
1. synoniemen
Woorden die ongeveer dezelfde betekenis hebben.

2. omschrijving


3. voorbeeld


4. tegenstelling
                                                    blij        = vrolijk
                                                    gamen = spelen
                                                    game = computerspel


Een game is een elektronisch spel dat op een computer, console of handheld gespeeld wordt. 
      

Slide 19 - Slide

Zinsverbanden  
1. opsomming


2. oorzaak en gevolg


3. tegenstelling


4. conclusie
            +           +

                 =


                 =

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 23 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 24 - Slide

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 25 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 26 - Slide

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 27 - Slide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 28 - Slide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Slide 29 - Slide

Wie snapt hem? 

Slide 30 - Slide

Deze woorden zorgen ervoor dat er meer verband tussen de zinnen is.
De woorden die voor dit verband zorgen, noemen we
signaalwoorden. (opsomming)

Slide 31 - Slide

SYNONIEM

Een synoniem is een woord dat wat betreft betekenis (ongeveer) gelijk is aan een andere woord.


Soms staat er een synoniem van een onbekend woord in de tekst, je kunt de betekenis van het onbekende woord dan raden.

Slide 32 - Slide

OMSCHRIJVING - voorbeelden


journalist - iemand die informatie verzamelt en openbaar maakt op internet, tv of krant


actualiteit - alles wat op dit moment belangrijk is

Slide 33 - Slide

OMSCHRIJVING

Een omschrijving is een uitleg van een onbekend woord.


Wanneer er in een tekst een omschrijving van een onbekend woord staat, kan de betekenis hieruit worden afgeleid.



Slide 34 - Slide

Verschil synoniem en omschrijving
scholier = leerling (synoniem)

scholier= Iemand die naar school gaat.(omschrijving)

Slide 35 - Slide

VOORBEELD

Voorbeelden worden in teksten soms gebruikt om onbekende woorden uit te leggen.

Door een voorbeeld in een tekst weet je meteen wat de schrijver bedoeld.


Voorbeelden kunnen voor of na de onbekende woorden worden gebruikt.



Slide 36 - Slide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden zijn te herkennen aan woorden als:

bijvoorbeeld, zo is er...., zoals, denk maar aan, neem, zo.


Vandalisme, zoals het vernielen van bushokjes, is een groot probleem in de stad.



Slide 37 - Slide

VOORBEELD - voorbeeld

Voorbeelden kunnen ook te herkennen zijn aan

een dubbele punt (:)



Wij houden van buitensporten: varen, wandelen, bergbeklimmen en mountainbiken.



Slide 38 - Slide

GELEERD

WOORDRAADSTRATEGIEËN GEBRUIKEN OM DE BETEKENIS VAN EEN ONBEKEND WOORD TE VINDEN

- synoniemen

- omschrijving

- voorbeeld



Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide