4.2 De Tweede Wereldoorlog - Histoclips

1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het 1000- jarige Derde Rijk van Adolf Hitler op z'n hoogtepunt (1942)

Slide 2 - Slide

Aan het eind:
- kun je enkele belangrijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog benoemen;
- kun je opnoemen enkele bondgenoten van nazi-Duitsland en enkele Geallieerde landen
- weet je te omschrijven hoe nazi-Duitsland uiteindelijk heeft verloren
In totaal kun je 15 punten verdienen!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Het 1000-jarige Derde Rijk van Adolf Hitler heeft geen 1000 jaar bestaan, maar ....
A
5 jaar
B
12 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar

Slide 5 - Quiz

Adolf Hitler was de dictator van nazi-Duitsland.

Ook Mussolini was een dictator, maar van welk land?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Polen
D
Geen van de genoemde landen is juist

Slide 6 - Quiz

Japan was een bondgenoot van Duitsland en Japan.

Hoe heette de Japanse keizer tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Hirohito
B
Hiroshima
C
Nagasaki
D
Honda

Slide 7 - Quiz

Duitsland, Italie en Japan waren bondgenoten van mekaar.

Welke grote aartsvijand werd genoemd van deze drie landen?
A
De Verenigde Staten
B
De Sovjet-Unie
C
Polen
D
Geen van de genoemde landen is juist

Slide 8 - Quiz

Vanaf 1938 begon Adolf Hitler de eerste drie buurlanden in te nemen.

Bij welk antwoord staan deze drie buurlanden in de juiste tijdsvolgorde?
A
Tsjechië -> Polen -> Oostenrijk
B
Oostenrijk -> Polen -> Tsjechië
C
Polen -> Tsjechië -> Oostenrijk
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 9 - Quiz

Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen

Slide 10 - Quiz

In welk werelddeel breidt Italië onder leiding van Mussolini zijn gebied met name uit?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Azië
D
Geen van de genoemde werelddelen is juist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Adolf Hitler verbreekt in de zomer van 1941 (opnieuw) een belofte door ...
A
een bondgenootschap aan te gaan met Japan
B
de Sovjet-Unie aan te vallen.
C
de Amerikaanse vloot op Hawaii te vernietigen
D
De Verenigde Staten de oorlog te verklaren

Slide 13 - Quiz

Bekijk hiernaast een print screen van 6:40.

Van wie zijn de twee zwarte schepen rechts op de afbeelding?
A
Van China
B
Van Japan
C
Van de Verenigde Staten
D
Van de Sovjet-Unie

Slide 14 - Quiz

Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van links naar rechts):
Eerste gebeurtenis
Tweede gebeurtenis
Derde gebeurtenis
Vierde gebeurtenis
Vijfde gebeurtenis
Nazi-Duitsland valt Polen binnen.
Japan vernietigt de Amerikaanse vloot op Hawaii (Pearl Harbor)
Hitler verbreekt een belofte met Stalin.
Duitsland verklaart de oorlog aan de Verenigde Staten.
Hitler wordt rijkskanselier van Duitsland.

Slide 15 - Drag question

0

Slide 16 - Video

Bekijk hiernaast een print screen van 9:10.

Welke 3 vlaggen van geallieerde landen waren te zien bij de rode kruisjes (zie onderin plaatje)?
A
De Verenigde Staten, Frankrijk en Spanje
B
De Verenigde Staten, Canada en Groot-Brittannië
C
Canada, Australië en de Verenigde Staten
D
Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië en Frankrijk

Slide 17 - Quiz

Bekijk hiernaast een print screen van 9:55.

Welke gebeurtenis zie je op de afbeelding?
A
De Japanse aanval op de Amerikaanse vloot op Hawaii
B
de Slag om Engeland
C
D-Day
D
Het gooien van atoombommen op Japanse steden.

Slide 18 - Quiz

Waar heeft D-day plaatsgevonden?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Japan

Slide 19 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Franrijk was eerder bevrijd door de Geallieerden dan Nederland.

II. De Geallieerden bevrijdden eerst het noorden van Nederland, daarna het zuiden van Nederland.

A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 20 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Japan gaf zich eerder over dan Duitsland.

II. De Verenigde Staten heeft atoombommen gegooid op de Chinese steden Hiroshima en Nagasaki.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 21 - Quiz

Aan het eind:
- kun je enkele belangrijke gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog benoemen;
- kun je opnoemen enkele bondgenoten van nazi-Duitsland en enkele Geallieerde landen;
- weet je te omschrijven hoe nazi-Duitsland uiteindelijk heeft verloren.

Slide 22 - Slide

Bedenk 1 extra meerkeuzevraag voor de leerlingen die volgend schooljaar ook dit filmpje bekijken.
Je mag GEEN getallen/ cijfer noemen. Doe het als volgt:
Vraag: ....................
A: ....................
B: ....................
C: ....................
D: .Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 23 - Open question