1-1 Vermenigvuldigen en delen

Doelen hoofdstuk 1
1.1 Je leert vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
1.2 Je leert werken met kwadraten 
1.3 Je leert werken met wortels
1.4 Je leert werken met machten en de wetenschappelijke notatie
1.5 Je leert de rekenvolgorde waarin je bewerkingen moet maken
Samenvatting
Gemengde opgaven
Oefentoets

1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Doelen hoofdstuk 1
1.1 Je leert vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen
1.2 Je leert werken met kwadraten 
1.3 Je leert werken met wortels
1.4 Je leert werken met machten en de wetenschappelijke notatie
1.5 Je leert de rekenvolgorde waarin je bewerkingen moet maken
Samenvatting
Gemengde opgaven
Oefentoets

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je leert hoe je een aantal keren hetzelfde erbij of eruit doen, kunt schrijven als vermenigvuldiging.

-Je leert hoe je kunt vermenigvuldigen met negatieve getallen.

-Je leert hoe je kunt delen met negatieve getallen.

Slide 2 - Slide

Terugblik

Reken uit:
-5 + 6 = ..


A
-11
B
1
C
-1
D
11

Slide 3 - Quiz

Wat is het product van 9 en 8?

Slide 4 - Open question

Wat is het verschil van 8 en 1?

Slide 5 - Open question

Aantal keer erbij of eraf
Het aantal keer dat je iets erbij telt of dat je iets af haalt, kan je schrijven als een vermenigvuldiging.

Zie het als koude en warme blokjes wat je in een pot gooit.

Slide 6 - Slide

Aan het eind van deze les kan je....
vermenigvuldigen en delen met negatieve getallen. 

Slide 7 - Slide

Theorie #1

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

sommen met min-getallen.
4 + - 7 = ...
A
11
B
-11
C
-3
D
3

Slide 16 - Quiz

sommen met min-getallen.
- 4 x 7 = ...
A
11
B
-11
C
28
D
-28

Slide 17 - Quiz

sommen met min-getallen.
- 2 x -3 = ...
A
5
B
6
C
-5
D
-6

Slide 18 - Quiz

Als ik twee negatieve getallen
met elkaar vermenigvuldig.

Krijg ik dan een negatief of een positief getal?
A
Negatief
B
Positief

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

timer
4:00

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

timer
5:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Zelfstandig werken
Schrift niet vergeten!
Alles behalve 4, 5, 7 en 10.

Klaar?
1. Inleveren;
2. Nakijken;
3. Inleveren;

4. Iets voor jezelf (vanaf ma = leesboek!

Slide 28 - Slide