Vaardigheden

Vaardigheden Geschiedenis
nodig voor de toets en nog meer voor volgend jaar
1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vaardigheden Geschiedenis
nodig voor de toets en nog meer voor volgend jaar

Slide 1 - Slide

Doel: Hoe interpreteer je bronnen?


Slide 2 - Slide

Historische vaardigheden: wat moet je kunnen?
1- Hoe betrouwbaar is de bron
2- feit en mening
3- soorten bronnen
4- oorzaak en gevolg
5- verandering en continuiteit 
6- is de bron representatief voor die tijd
7- Standplaatsgebondenheid van de bron
8- inleven/mening vormen


Slide 3 - Slide

Hoe  betrouwbaar is de bron? Waar let je op?
  • Persoon: Wie heeft de bron gemaakt?
  • Tijd: Wanneer is de bron gemaakt?
  • Plaats: Waar is de bron gemaakt?
  • Bedoeling: Wat is het doel van de maker?
  • Informatie: Hoe kwam de maker aan de informatie? 







Slide 4 - Slide

Feit of Mening? 
  • Een feit is iets dat vaststaat, niet kan veranderen.
  • Een mening is iets wat iemand vindt, kan veranderen.

Slide 5 - Slide

Feit of mening?
Het is belangrijk dat iedereen gaat stemmen
A
Feit
B
Mening

Slide 6 - Quiz

Oorzaak - Gevolg
  • Oorzaken: direct of indirect
  • Indirect = dingen die al langer spelen

  • Directe = de aanleiding, de  "druppel"

  • Gevolg = resultaat van een gebeurtenis
  • Gevolgen op korte termijn: direct na de gebeurtenis
  • Gevolgen op lange termijn: komen pas later

Slide 7 - Slide

De moord op Franz Ferdinand leidde tot WO I.
Deze moord was de .... voor WO I
A
directe oorzaak
B
indirecte oorzaak

Slide 8 - Quiz

Het Verdrag van Versailles zorgde voor veel onvrede bij de Duitse bevolking. Dit was een ....?... oorzaak voor het uitbreken van WO II
A
directe
B
indirecte

Slide 9 - Quiz

Verandering of Continuiteit
  • continu = wat steeds doorgaat, hetzelfde blijft
  • continuiteit in de geschiedenis is een situatie die (ongeveer) hetzelde blijft.

Slide 10 - Slide

Continuïteit

Het blijft zoals het is
(met misschien een minimale verandering)

Gebruiken, ideeën, regels, voorwerpen, methodes etc.
Discontinuïteit

Er verandert iets 
(ook al blijven er ook dingen hetzelfde)

Gebruiken, ideeën, regels, voorwerpen, methodes etc.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Een duif als communicatiemiddel vanuit een tank in 1916

Slide 13 - Slide

Een duif als communicatiemiddel vanuit een tank in 1916
Continuïteit
Discontinuïteit

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Gevechtsmachines
Continuïteit: Gemaakt om de tegenstander te beschadigen, zonder zelf veel gevaar te lopen

Slide 16 - Slide

Gevechtsmachines
Continuïteit: Gemaakt om de tegenstander te beschadigen, zonder zelf veel gevaar te lopen
Discontinuïteit: Materiaal (hout, staal, kunststof), van statisch naar rijdend naar vliegend, etc.

Slide 17 - Slide

voorbeeld van continuïteit?

Slide 18 - Mind map

Voorbeeld van discontinuiteit?

Slide 19 - Mind map