20230508 BU VEPL422AK niveau 4 leerjaar 1 2.1-2.2

Contactgegevens:
David Lindenaar

Docent burgerschap en Nederlands bij de 
afdeling Zorg van het ROC Vonk.

david.lindenaar@rockopnh.nl
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

Items in this lesson

Contactgegevens:
David Lindenaar

Docent burgerschap en Nederlands bij de 
afdeling Zorg van het ROC Vonk.

david.lindenaar@rockopnh.nl

Slide 1 - Slide

BURGERSCHAP

Slide 2 - Slide

BURGERSCHAP: Kies 4
Voor het huiswerk krijg je een cijfer. Dit cijfer telt mee voor het eindcijfer van het vak Burgerschap.

Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis.

Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

De toets mag je alleen maken als je huiswerk inlevert. Geen huiswerk = geen toets.

Dit jaar maak jij alle lessen uit het boek. Het hele boek is af en alle toetsen zijn gemaakt aan het eind van het jaar.






Slide 3 - Slide

BURGERSCHAP: Kies 4

https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/  
Thema 1 De multiculturele samenleving
Thema 2 Verkiezingen
Thema 3 Gedrag en veiligheid
Thema 4 Aan het werk
Thema 5 Media en consumeren
Thema 6 Wereldburgerschap




Slide 4 - Slide

Planning VEPL422AK

Thema 2: Verkiezingen

  • Maandag 08-05-2023: Les 1. Democratie
  • Maandag 08-05-2023:  Les 2. Stemmen
  • Maandag 15-05-2023: Les 3. Na de verkiezingen     
  • Maandag 15-05-2023:  Les 4. Politiek aan het werk
  • Maandag 22-05-2023:  TOETS









Slide 5 - Slide

timer
20:00

Slide 6 - Slide

2.1: Democratie

Slide 7 - Slide

Lesdoelen: 2.1: Democratie
Politiek: Het maken van keuzes over het besturen van een gebied of land.

Politicus: Iemand die een baan of functie heeft in de politiek.

Eerste Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de Provinciale Staten wordt gekozen. De rechten van de Eerste Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht en motierecht.

Tweede Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de inwoners van Nederland wordt verkozen. De rechten van de Tweede Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht, motierecht, initiatiefrecht en amendementsrecht. 

Provinciale Staten: Het Parlement (=wetgevende macht) van de provincie. 


Slide 8 - Slide

Hoe werkt de democratie in de provincie?

Slide 9 - Slide

2.1: 
Democratie

Slide 10 - Slide

2.1: Democratie
Provinciale Staten (PS) Wetgevende macht
  • Hoogste macht provincie
  • Rechtstreeks gekozen elke 4 jaar door de burger ( 18+ en niet uitgesloten)

Gedeputeerde Staten (GS) Uitvoerende macht
  • Leden GS benoemd door Provinciale Staten.
  • Dagelijks bestuur van de provincie.
  • Commissaris v.d. Koning:
Benoemd voor 6 jaar
Lid en voorzitter Gedeputeerde Staten
Voorzitter Provinciale Staten


Slide 11 - Slide

2.1: Democratie: verkiezing Eerste Kamer

Slide 12 - Slide

2.1: Democratie: 
Provinciale Staten 
leden

Slide 13 - Slide

Welke partijen zitten in de PS in Noord-Holland?

Slide 14 - Slide

2.1: Democratie
15 maart 2023: 
Provinciale Staten verkiezingen
GroenLinks (9 zetels)
VVD (7 zetels)
D66 (6 zetels)
PvdA (6 zetels)
JA21 (6 zetels)
CDA (4 zetels)
Forum voor Democratie (3 zetels)
Partij voor de Dieren (3 zetels)
PVV (3 zetels)
SP (3 zetels)
ChristenUnie (1 zetel)
Partij van de Ouderen (1 zetel)
DENK (1 zetel)
Fractie Baljeu (1 zetel)
Namens Noord-Hollanders. (1 zetel)
Duo-commissielede

Slide 15 - Slide

2.1: Democratie: 
Namens Noord-Hollanders.

Slide 16 - Slide

Op wie kunnen wij in Noord-Holland op 15 maart 2023 stemmen?

Slide 17 - Slide

• 50PLUS
• AWP voor water, klimaat en natuur
• BBB
• Belang van Nederland (BVNL)
• CDA
• ChristenUnie
• CODE ORANJE
• D66
• DENK
• Forum voor Democratie (FvD)
• GroenLinks
• JA21
• JEZUS LEEFT



• Namens Noord-Hollanders.
• Nederland met een PLAN (SVP)
• Onafhankelijke Politiek-NH (OPNH)
• Partij van de Arbeid (PvdA)
• Partij voor de Dieren
• Partij voor de Vrijheid (PVV)
• Piratenpartij
• Socialistische Partij (SP)
• Volt
• VVD

Slide 18 - Slide

08-05 Zelfwerktijd


Les 2.1: pagina 58-69

(ook de startopdracht EN de kernopdracht).

timer
45:00

Slide 19 - Slide

Terugblik: 2.1: Democratie
Politiek: Het maken van keuzes over het besturen van een gebied of land.

Politicus: Iemand die een baan of functie heeft in de politiek.

Eerste Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de Provinciale Staten wordt gekozen. De rechten van de Eerste Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht en motierecht.

Tweede Kamer: Het onderdeel van het Nederlandse parlement dat door de inwoners van Nederland wordt verkozen. De rechten van de Tweede Kamer zijn: vragenrecht, budgetrecht, enquêterecht, motierecht, initiatiefrecht en amendementsrecht. 

Provinciale Staten: Het Parlement (=wetgevende macht) van de provincie. 


Slide 20 - Slide

2.2: Stemmen

Slide 21 - Slide

Lesdoelen: 2.2: Stemmen

Kiesrecht: Het recht om te stemmen tijdens de verkiezingen en je verkiesbaar te stellen.

Verkiezingscampagne: De periode voorafgaand aan de verkiezingen waarin politieke partijen zo veel mogelijk kiezers voor zich proberen te winnen. 

Verkiezingsprogramma: Een overzicht van de standpunten van een politieke partij.

Lijsttrekker: De persoon die bovenaan de kandidatenlijst van een politieke partij staat en de verkiezingscampagne leidt.

Zwevende kiezer: Een kiezer die geen vaste voorkeur heeft voor een politieke partij.



Slide 22 - Slide

Lesdoelen: 2.2: Stemmen
Linkse politiek: politiek met het uitgangspunt van gelijkheid. De overheid is wat groter, de rijken betalen meer belasting, er zijn uitkeringen en sommige dingen zijn goedkoper voor de armeren. 

Rechtse politiek: politiek met het uitgangspunt van vrijheid. De overheid is wat kleiner, iedereen betaald even veel belasting, er zijn geen en armoede los je op door te werken. 

Progressief: De opvatting om de samenleving te verbeteren door te vernieuwen.

Conservatief: De opvatting die opkomt voor de belangen van een bepaalde groep mensen.


Slide 23 - Slide

2.2: Stemmen:

Hoe ziet het straatbeeld er uit tijdens verkiezingstijd?

Slide 24 - Slide

2.2: Stemmen:

Stembiljet:

Slide 25 - Slide

08-05 Zelfwerktijd


Les 2.2: pagina 70-80

(ook de startopdracht EN de kernopdracht).

timer
45:00

Slide 26 - Slide

2.2: Stemmen

Slide 27 - Slide

Terugblik: 2.2: Stemmen

Kiesrecht: Het recht om te stemmen tijdens de verkiezingen en je verkiesbaar te stellen.
Verkiezingscampagne: De periode voorafgaand aan de verkiezingen waarin politieke partijen zo veel mogelijk kiezers voor zich proberen te winnen. 
Verkiezingsprogramma: Een overzicht van de standpunten van een politieke partij.
Lijsttrekker: De persoon die bovenaan de kandidatenlijst van een politieke partij staat en de verkiezingscampagne leidt.
Zwevende kiezer: Een kiezer die geen vaste voorkeur heeft voor een politieke partij.

Linkse politiek: politiek met het uitgangspunt van gelijkheid. De overheid is wat groter, de rijken betalen meer belasting, er zijn uitkeringen en sommige dingen zijn goedkoper voor de armeren.

Rechtse politiek: politiek met het uitgangspunt van vrijheid. De overheid is wat kleiner, iedereen betaald even veel belasting, er zijn geen en armoede los je op door te werken.

Progressief: De opvatting om de samenleving te verbeteren door te vernieuwen.
Conservatief: De opvatting die opkomt voor de belangen van een bepaalde groep mensen.


Slide 28 - Slide