This lesson contains 38 slides, with text slides and 6 videos.
Radioactieve stoffen zenden ook sterk een ioniserende straling uit.
Straling die de moleculen kapot kan maken, wordt ioniserende straling genoemd.
UV straling is zwak ioniserend. Er is veel ultraviolette straling nodig om een behaalde hoeveelheid stof af te breken. Röntgenstraling is veel sterker ioniserend. Daardoor kan deze straling je gemakkelijk ziek maken.
Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?
Radio betekent zenden, actief weet je wel.
Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.
Er zijn natuurlijke radioactieve stoffen, deze geven zelf radioactieve straling af.
Er zijn ook stoffen die gemaakt zijn en radioactieve straling afgeven. Deze zijn kunstmatig radioactief.
Een element heeft een kern. Deze kan stabiel zijn en instabiel.
Stabiele kern is niet radioactief
Instabiele kern is wel radioactief.
Een element heeft radioactieve en niet radioactieve isotopen.
vb element koolstof C
C-12 en C-13 (veel voorkomend) niet radioactief
C-14 (weinig voorkomend) wel radioactief
Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verandert in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.
Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.
Je meet radioactiviteit dus met een geigerteller.
Maar je meet dit in Bequerel (Bq)=1 Bq is 1 veranderde kern per seconde.
Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.
Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.
De kernen van een isotoop veranderen steeds door de helft.
Dus een halveringstijd van 300 Bq per dag houdt in:
0 dagen - 300 Bq - 100%
1 dag - 150 Bq - 50%
2 dagen - 75 Bq - 25%
etc etc etc