This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
- Waar kun jij geld voor gebruiken?
- In welke vormen komt geld voor?
- Op welke manieren kun je met geld betalen?
- Welke voor- en nadelen hebben deze manieren?
Positief saldo of een creditsaldo
VS
Negatief saldo of een debetsaldo.