2.1: De macht van de koning

Vrijheid en gelijkheid in de 18e en 19e eeuw
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vrijheid en gelijkheid in de 18e en 19e eeuw

Slide 1 - Mind map

Wat waren de belangrijkste idealen van de Verlichting?
A
Gehoorzaamheid en onderdanigheid
B
Vrijheid en gelijkheid
C
Traditie en conservatisme
D
Superioriteit en dominantie

Slide 2 - Quiz

In welk land verloor de koning zijn hoofd aan het einde van de 18e eeuw?
A
Engeland
B
Nederland
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 3 - Quiz

Tegen welk land onderneemde Napoleon zijn beroemde mislukte veldtocht?
A
Pruisen
B
Oostenrijk
C
Engeland
D
Rusland

Slide 4 - Quiz

Wie was de eerste koning van de Nederlanden?
A
Karel V
B
Lodewijk Napoleon
C
Napoleon Bonaparte
D
Willem van Oranje

Slide 5 - Quiz

In welk land ontstond de industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 6 - Quiz

2.1: De macht van de koning
Leerdoelen:
2A:Welke ideeën horen bij de Verlichting?
2B: Waarom kwam het Franse volk in opstand tegen zijn koning?

Foto: Bijeenkomst van filosofen in een Parijse 'salon'

Slide 7 - Slide

Verlichting
  • Nieuwe manier van denken
  • Zelf logisch en kritisch denken over (maatschappelijke en politieke) vragen
  • Grondrechten: Iedereen is gelijk en heeft dezelfde rechten

Slide 8 - Slide

Rousseau en Montesquieu
  • Beide verlichtingsfilosofen
  • Rousseau: koning krijgt macht van het volk, hij moet er goed voor zorgen!
  • Montesquieu: Verdelen van de macht, het moet niet in handen zijn van één persoon!

Slide 9 - Slide

Enorme ongelijkheid
  • Koning Lodewijk XVI mocht alles zelf beslissen; zijn wil was wet
  • Absolutisme
  • Leefde samen met de edelen en hoge geestelijkheid in grote welvaart
  • Eerste en tweede stand; grootgrondbezitters, hoeven geen belasting te betalen

Slide 10 - Slide

Kritiek op ongelijkheid
  • Derde stand moest hard werken en alle belasting betalen
  • Ze kregen er niks voor terug!
  • Eerste en tweede stand leefde in extreme luxe

Slide 11 - Slide

Problemen
  • Hongerige bevolking door mislukte oogsten en armoede
  • Lege schatkist duur vele oorlogen en dure levensstijl van de elite
  • Oplossing koning: Vergadering bijeenroepen om met alle standen tot oplossing te komen 
  • Staten-Generaal

Slide 12 - Slide

Vergadering mislukt
  • Drie standen bij elkaar in Versailles, Staten-Generaal
  • Derde stand had geen inspraak, per stand stemmen
  • Besluiten om de vergadering te verlaten

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Volk komt in opstand
  • Uitblijven verandering zorgt voor rellen en bestorming Bastille
  • Begin opstand: 14 juli 1789
  • Opstand voor vrijheid, gelijkheid (en einde aan honger en armoede)

Slide 15 - Slide

De koning zal het niet eens zijn geweest met de ideeën van Montesquieu. Leg uit.

Slide 16 - Open question

Wat is de reden dat de derde stand vond dat zij oneerlijk werden behandeld?

Slide 17 - Open question

Waarom kon de derde stand niks voor elkaar krijgen tijdens de vergadering van de Staten-Generaal?

Slide 18 - Open question

Benoem een verschil tussen de Staten-Generaal in Frankrijk en die van de Republiek.

Slide 19 - Open question

Bekijk de afbeelding. Wie moeten de personen op de afbeelding voorstellen? Wat is de boodschap?

Slide 20 - Open question

Wat was een kenmerk van het absolutisme in relatie tot de macht van de koning?
A
De koning had beperkte controle over het leger.
B
De koning deelde de macht met de adel.
C
De koning was ondergeschikt aan de kerk.
D
De koning had absolute macht over wetgeving en bestuur.

Slide 21 - Quiz

Wat was een belangrijk privilege van de eerste en tweede stand in Frankrijk tijdens het ancien regime?
A
Vrijstelling van belasting
B
Ze hoefden niet te werken
C
Gratis onderwijs
D
Recht op stemmen

Slide 22 - Quiz

Wat was een belangrijke reden voor de bijeenroeping van de Staten-Generaal?
A
Rechtbank hervormingen
B
Handelsovereenkomst
C
Buitenlandse oorlog
D
Belastinghervormingen

Slide 23 - Quiz

Wat was de belangrijkste politieke boodschap van de bestorming van de Bastille?
A
De koning moet meer macht krijgen
B
De geestelijkheid moet meer invloed hebben
C
Het volk eist meer politieke invloed
D
De adel moet privileges behouden

Slide 24 - Quiz