What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling - werkwoorden - les 1.8 - pv tt
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Doel van deze les
Correct kunnen schrijven van:
Persoonsvorm tegenwoordige tijd (t.t.)
Slide 3 - Slide
Zinnen opbouwen
wie
wat
Slide 4 - Slide
Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.
Vraagproef:
Heeft
Sint cadeautjes voor kinderen gekocht?
persoonsvorm:
Heeft
Slide 5 - Slide
Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.
Tijdproef:
Sint
had
cadeautjes voor kinderen gekocht.
persoonsvorm:
Heeft
Slide 6 - Slide
Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.
Getalproef:
Sinten
hebben
cadeautjes voor kinderen gekocht.
persoonsvorm:
Heeft
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Maken:
Online: Hoofdstuk 1 - les 1.8 spelling - opdracht 2
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
hele werkwoord:
lopen
stam = lo
p
ik loop
hij loop
t
wij lopen
Slide 14 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
hele werkwoord:
leven
stam = le
v
ik leef
jij /hij leef
t
wij leven
Slide 15 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
hele ww: worden stam = wor
d
ik word
jij /hij word
t
wij worden
Slide 16 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
hele ww : snuiten stam = snui
t
ik snuit
hij snuit
t
wij snuiten
Slide 17 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
hele ww : weten stam = we
t
ik weet
hij weet
t
wij weten
Slide 18 - Slide
p.v. tegenwoordige tijd
Als je of jij erachter staat, schrijf je de ik-vorm!
Slide 19 - Slide
....... je / jij
Je
loop
t
over de stoep.
Loop
je over de stoep?
Slide 20 - Slide
....... je / jij
Je
heb
t
heel goed opgelet.
Heb
je heel goed opgelet?
Slide 21 - Slide
Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.
Ik ............. op mijn racefiets voorbij.
Slide 22 - Open question
Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.
Hij ............. op zijn racefiets voorbij.
Slide 23 - Open question
Vul de juiste vervoeging in van het ww. zoeven t.t.
....... je op jouw racefiets voorbij?
Slide 24 - Open question
Maken: hoofstuk 1 - les 1.8 spelling - opd. 9 t/m 14
timer
10:00
Klaar?
Lezen leesboek
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Ik ......... (houden) vandaag niet van aarbeien.
Slide 27 - Open question
Kees ............ (rijden) morgen op zijn scooter.
Slide 28 - Open question
............... jij (blijven) dit jaar wel in deze klas?
Slide 29 - Open question
Gisteren .............(schrijven) ik een prachtig gedicht.
Slide 30 - Open question
Zij ............ (rekenen v.t.) op een goed cijfer.
Slide 31 - Open question
Afsluiting
Doelen herhalen
Huiswerk: les 1.8 opd. 9 t/m 14 afmaken
Volgende les: les 2.8 persoonsvorm v.t.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
Spelling - werkwoorden - les 1.8 - pv tt
August 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Spelling - blok 1 - les 1.6 + 1.7 + 1.8 + 1.9
December 2020
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - blok 2 - les 2.7
October 2021
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling - werkwoorden - les 1.8 - pv tt
August 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - blok 2 - les 2.7
December 2020
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling - blok 2 - les 2.7
January 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Spelling - blok 1 - les 1.6
January 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Werkwoordspelling oefenen 15-5-2022
April 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1