Compositie, Vorm en Kleurcontrasten

Quiz
Compositie, vorm en kleurcontrasten
en een herhaling van ruimtelijk
20
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Quiz
Compositie, vorm en kleurcontrasten
en een herhaling van ruimtelijk
20

Slide 1 - Slide

Vraag 1. Wat is een compositie?
A
Allemaal voorwerpen op een tafel.
B
Een schilderij of een foto.
C
Een ruimtelijk beeld.
D
De manier waarop vormen, kleuren, lijnen en richtingen in een kunstwerk zijn geordend/geplaatst

Slide 2 - Quiz

Vraag 2. Wat voor een compositie is dit
A
Driehoekscompositie
B
Centraalcompositie
C
Symmetrie compositie
D
Over-all-compositie

Slide 3 - Quiz

Vraag 3. Wat voor compositie is dit?
A
Centrale compositie
B
Over-all compositie
C
Geen van beide

Slide 4 - Quiz

Vraag 4. Wat is de compositie?
A
centraal compositie
B
overall compositie
C
horizontale compositie
D
driehoekscompositie

Slide 5 - Quiz

Vraag 5. Welk begrip of welke begrippen passen bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Afsnijding
C
Overlapping & afsnijding
D
Typografie

Slide 6 - Quiz

Vraag 6. Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Afsnijding

Slide 7 - Quiz


Vraag 7. Wat is het effect 
van de afsnijding in deze plaatjes?
A
Het legt op deze manier de nadruk op de acties.
B
Links wordt het plaatje afgesneden en een close-up; je wordt zo meer betrokken bij de figuurtjes.
C
Het wordt door de afsnijding dramatischer.
D
Er is nu sprake van ruimtesuggestie.

Slide 8 - Quiz


Vraag 8. Bekijk de afbeelding hiernaast
Op welke manier wordt ruimte gesuggereerd?
A
Afsnijding
B
Overlapping
C
Hogerplaatsen
D
A + B + C

Slide 9 - Quiz

Vraag 9. Wat is een kleurcontrast?
A
Kleuren die elkaar versterken
B
Twee kleuren die je met elkaar mengt
C
Een zuivere en verzadigde kleur
D
Soorten van 1 kleur

Slide 10 - Quiz


Vraag 10. Welk kleurcontrast zie je?
A
Licht- Donker
B
Warm-Koud
C
Complementair
D
Secundair

Slide 11 - Quiz


Vraag 11. Welk kleurcontrast zie je?
A
Licht- Donker
B
Warm-Koud
C
Complementair
D
Secundair

Slide 12 - Quiz

Vraag 12. Welk
kleurcontrast zie je?
A
licht-donker contrast
B
koud-warm contrast
C
complementair contrast
D
kleur-tegen-kleur contrast

Slide 13 - Quiz

Vraag 13. Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Vraag 14. Welk kleurcontrast
zie je hiernaast?
A
licht-donker contrast
B
complementair contrast
C
kwantiteitscontrast
D
kwaliteitscontrast

Slide 15 - Quiz

Vraag 15. Met contrast wordt .........................bedoeld.
A
Overeenkomst
B
Tegensteling

Slide 16 - Quiz

Vraag 16. Wat zijn organische vormen?
A
Geometrische vormen
B
Vierkanten, driehoeken en rechthoeken
C
Natuurlijke vormen
D
Ronde vormen

Slide 17 - Quiz

Vraag 17. Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?
A
Alles is met een passer of lineaal gemaakt
B
Het zijn vierkanten en rechthoeken
C
Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
D
Het is driedimensionaal

Slide 18 - Quiz

Vraag 18. De vorm op de achtergrond is:
A
Organisch
B
Geometrisch

Slide 19 - Quiz

Vraag 19. De vorm op de achtergrond is:
A
geometrisch
B
organisch

Slide 20 - Quiz

Hoe vond je de quiz?
Makkelijk
Gemiddeld
Moeilijk

Slide 21 - Poll