Debat drogredenen uitgebreide uitleg

Welkom - 1JAM- Nederlands 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom - 1JAM- Nederlands 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

- Theorie drogredenen 
- Aan de slag met twee opdrachten.  

Planning van de les 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

- Je kunt argumenten bedenken bij een stelling 
- Je herkent een aantal drogredenen. 
Doel van de les 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten argumenten

- feitelijk argument 
- persoonlijk argument 
- autoriteitsargument 
- emotioneel argument 
Herhaling vorige les 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions


A: je noemt het argument 
U: je legt het argument uit
B: je geeft een voorbeeld (bijvoorbeeld) 
Hoe maak je een goed argument? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je kunt je standpunt onderbouwen met argumenten.
Met een argument zeg je waarom je iets vindt. Je geeft dus een reden.

Een reeks van argumenten noemen we daarom ook wel een redenering of een argumentatie.
Argumenten herhalen 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions



Je herkent argumenten aan de volgende signaalwoorden:

-want -daarom
-omdat -namelijk
Argumenten herkennen 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waarom is het belangrijk om goede argumenten te gebruiken? 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Soms is het lastig om te bepalen wat het standpunt is en wat het argument is. Je kunt dan de 'want-dus-proef' gebruiken.

Standpunt (want) argument
Argument (dus) standpunt

Handig! 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een goed argument klopt: het is een objectief, feitelijk argument, of een subjectief argument (een mening) dat goed ingezet wordt.

Er zijn echter ook foute argumenten. Dit noemen we ook wel drogredenen (drog= bedrog + reden = argument). Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.

Geldige argumenten en  drogredenen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Filmpje  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
De onjuiste oorzaak – gevolgrelatie

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Onjuiste vergelijking 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Filmpje 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie
getrokken die voor alle gevallen geldt.

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.



Overhaaste generalisatie 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Ik vind Kees geen aardige man, want ik mag hem niet zo. 



De cirkelredenering 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).

Wat weet jij van nu gezondheid, jij bent zelf veel te zwaar! 
de persoonlijke aanval

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

de persoonlijke aanval

Slide 18 - Slide

1: 28- 1:43 
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.
De economie is alleen nog te redden als de Nederlandse staat eigenaar wordt van alle banken. Gordon zei dit gisteren nog op tv!
Een onjuist beroep op autoriteit 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Het bouwen van een kerncentrale is best gevaarlijk. Dat hoorde ik Famke Louise laatst nog zeggen.
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie
C
Het onjuist beroep op autoriteit
D
De persoonlijke aanval

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Een verkeerde vergelijking
B
De persoonlijke aanval
C
Het ontduiken van bewijslast
D
Onjuiste oorzaak- gevolgrelatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in een pakje boter trappen.
A
Een onterecht beroep op autoriteit
B
Persoonlijke aanval
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van bewijslast

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Iedereen weet toch dat alle autoverkopers oplichters zijn.
A
Persoonlijke aanval
B
Overhaaste generalisatie
C
Cirkelredenering
D
Het ontduiken van de bewijslast

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht/huiswerk
Kies de drie drogredenen die je het moeilijkst vindt en bedenk hier een voorbeeld bij. 




Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Er is een miljoen euro te verdelen
Het beste idee wint het geld
De klas beslist welk idee het beste is

Maak tweetallen en bedenk wat jullie zouden doen met een miljoen?
Denk aan argumenten!
Wees overtuigend, je mag best overdrijven!
Wat zou je doen met een miljoen? 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Geert Wilders, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)

Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Opdracht ballondebat 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Je gaat het debat thuis voorbereiden. Dit houdt in dat je een personage bedenkt. Ook ga je al een aantal argumenten opschrijven. Hoe kun je de rest van de klas overtuigen?

 Lever in via Teams uiterlijk zondag 4 juni! 
Opdracht ballondebat 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten. Waarom is hij of zij onmisbaar.

Ronde 1 volgende week 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 

Ronde 2 volgende week 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Filmpje 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions