Datatype = Het soort "iets" wat de computer voor je onthoudt
Output
string - voor tekst
int - voor hele getallen
getallen kunnen we (o.a.) optellen
Slide 8 - Slide
Datatypes
Datatypes hebben bepaalde eigenschappen en functies. Zo kan je bijvoorbeeld geen tekst bij getallen optellen
Output
string - voor tekst
int - voor hele getallen
getallen kunnen we optellen
Eh.. wut?
Wat hier staat is dat de computer een int (getal) niet aan een string (text) kan concatten (aan elkaar vast plakken). Concatten is dus een voorbeeld van een functie die een string wel heeft maar een int niet.
Dit hoef je voor deze les niet perse te weten, maar het is misschien wel handig ;)
Slide 9 - Slide
Input output
Om zelf iets in te voeren kan je gebruik maken van de functie input
Output
deze functie zorgt dat je programma naar invoer vraagt
Er staat twee keer noot: de eerste keer is de invoer en de twee keer is de print
Slide 10 - Slide
Input output
Een input is altijd een string
Output
Wat wordt de output van deze code?
Hier vullen we in: 3
Hier vullen we in: 2
Watskeburt?!
Hier gebeuren eigenlijk twee dingen:
1. een getal wordt als woord beschouwd
2. twee woorden worden "opgeteld". Of eigenlijk: aan elkaar geplakt
Slide 11 - Slide
Van een string een int maken
We hebben gezien wat er gebeurt als je twee strings bij elkaar "optelt". Als we willen kunnen rekenen met "2" en "3" moeten we eerst tegen python vertellen dat het getallen zijn en geen tekst
Output
Hier gebruiken we een functie om van een string een int te maken
(Take the test vereist inloggen en kun je overslaan)
Kijk ook in Fundamentvoor extra uitleg (in Nederlands)
lgg
Slide 13 - Slide
Wat is een goede string?
A
'Hallo"
B
Hallo
C
'G'day mate!'
D
"'ello"
Slide 14 - Quiz
Welke waarde(s) is / zijn een int-variabele?
A
1
B
1,0
C
True
D
"hoi"
Slide 15 - Quiz
Wat is de output van deze code? a = 1 b = 3 print(1 + " + " + 3 + " is vier")
A
1 + 3 is vier
B
4 is vier
C
error
D
1 + + + 3 + is vier
Slide 16 - Quiz
Lijsten en loops
Krachtige basisonderdelen
van elk programma!
r20 galgjewoord = ± lijst
r21 streepjes = lijst
r23 + 27 loops
Slide 17 - Slide
Lijsten en loopjes
Lijst van string
Output
Lijst van int
voor elke boodschap print(...)
voor elk cijfer print(...)
van een int een string maken
Aan het einde van de les snappen jullie deze code:
Slide 18 - Slide
Lijsten
Bestaan (over het algemeen) uit meerdere items
De items kunnen van verschillende datatype zijn
Je kan er items aan toevoegen
Je kan er items uit verwijderen
Je kan er over itereren (kom ik later deze les op terug)
Maar ze kunnen ook leeg zijn:
Output
functie om de lengte van een lijst te krijgen
Slide 19 - Slide
Lijsten
Bestaan (over het algemeen) uit meerdere items
De items kunnen van verschillende datatype zijn
Je kan er items aan toevoegen
Output
functie om een item aan een lijst toe te voegen
Slide 20 - Slide
Lijsten
Je kan er items uit verwijderen
Output
functie om de een itemuit een lijst te verwijderen
Slide 21 - Slide
For-loop
Je kan door een lijst itereren. Itereren betekent herhalen. Dat slaat op het proces wat er in een for-loop gebeurt. Je herhaalt telkens hetzelfde stukje code.
Output
Deze regel wordt net zo vaak uitgevoerd al er items in de lijst zijn.
Wat is de output?
Slide 22 - Slide
For-loop
Het stuk code in een for-loop maakt vaak gebruik van een variabele.
In het voorbeeld hieronder heet deze variabele 'item'.
(naam maakt niet uit, mag je zelf kiezen)
Elke keer als de loop weer opnieuw begint wordt de volgende waarde uit de lijst in de variabele 'item' gestopt.
Output
Voor elke iteratie is de waarde van item anders. Dat zie je ook in de output
Slide 23 - Slide
Indentation
Bij het stukje code dat we voor de for-loop gebruiken zie je op regel 2 iets gebeuren: de tekst springt in. Dat heet indentation. In python wordt indentation gebruikt om code blokken te vormen. Dat zijn stukken code die bij elkaar horen.
Output
Deze 2 regels zijn 2 spaties ingesprongen. Het hoort daarom bij de for-loop van regel 2
Het voorbeeld gebruikt 2 spaties als indentation. Wij gebruiken repl.it voor python en daar doen ze dat ook. Maar het hoeft niet. Je mag ook 4 spaties gebruiken. Of misschien zelfs ook wel 6 of 8.. Maar wij doen gewoon lekker 2, want dat is het mooist! Tenminste, dat vind ik ;)
Wat is de output?
Slide 24 - Slide
Wat is de output van deze code?
A
1 2 "zes" aap
B
1 2 "zes" "noot"
C
item noot
D
1 2 zes noot
Slide 25 - Quiz
Index
We hebben gezien dat je items uit een lijst kan verwijderen en toe kan voegen, maar we hebben nog niet gezien hoe je items uit een lijst kan opvragen. Dat kan op een aantal manieren. De eerste manier is door gebruik te maken van de index. De index is eigenlijk gewoon de positie van een item in een lijst
Output
De functie index() geeft de index van het item uit de lijst terug
Slide 26 - Slide
Index
De index van een lijst begint met tellen bij 0. Dat heet zero-based. De code is aangepast. De lijst is veranderd. In plaats van een lijst getallen is het nu een lijst met letters (characters). Maar de output is nog steeds hetzelfde.
Output
De functie index() geeft de index van het item uit de lijst terug
Slide 27 - Slide
Index
Met de index kunnen we rechtstreeks items uit een lijst opvragen
Output
Wat is de output
Slide 28 - Slide
Index
Met de index kunnen we rechtstreeks items uit een lijst opvragen
Output
Wat is de output?
Slide 29 - Slide
Terugblik + Huiswerk
lijst definiëren door: getallen = [1, 2, 3, 4]
functies op lijsten: len(getallen), getallen.append(5), getallen.remove(1), getallen.index(4)
gebruik de index om waarde van een lijst op te vragen: getallen[0]