Les 5 - Voedingsleer

Voedingsleer - les 5
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voedingsleer - les 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Gezonde voeding
Week 2: Spijsverteringskanaal 
Week 3: Vervolg spijsverteringskanaal + bouw en de vertering van voedingsstoffen
Week 4: Allergenen, intoleranties + voedingswaardetabel
Week 5: Koolhydraten en eiwitten
Week 6: Vocht, vet en vitamines en mineralen
Week 7: Vitaminen en mineralen, herhaling en oefentoets (dinsdag vervalt de les)
Week 8: Toets


Slide 2 - Slide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
  • Enzymen
  • Functies en bouw van de dunne darm
  • Functies, bouw en de werking van de maag
  • Functies, bouw en werking van de dikke darm

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
• Uitleggen op welke manier enzymen werken
• De verschillende functies van de dunne darm toelichten
• Toelichten hoe de wand van de dunne darm eruit ziet
• De functies en de werking van de maag toelichten
• De bouw van de maag toelichten
• De functies en werking van de dikke darm toelichten


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De maag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De maagwand

De maagwand is ongeveer 0,5 centimeter dik en opgebouwd uit verschillende lagen. 
Van binnen naar buiten zijn dat:
  • Slijmvlieslaag (mucosa); hierin bevinden zich miljoenen kleine kliertjes die maagsap produceren.
  • Bindweefsellaag (submucosa); deze bestaat uit cellen en vezels, waar veel bloedvaten en zenuwen doorheen lopen.
  • Spierlaag (muscularis); de spieren zorgen voor het kneden, mixen, malen en voortbewegen van voedsel. Hierdoor wordt voedsel verkleind en het maagsap wordt goed vermengd met de brij.

Slide 6 - Slide

.
Spierlaag (muscularis); de spieren zorgen voor het kneden, mixen, malen en voortbewegen van voedsel. Hierdoor wordt voedsel verkleind en het maagsap wordt goed vermengd met de brij.
Refereren naar brooddeeg
Maagsap
Maagsap bestaat uit een aantal verschillende stoffen. De belangrijkste bestanddelen zijn:
  • Zoutzuur
  • Spijsverteringsenzymen
  • Slijm
  • Intrinsic factor

Slide 7 - Slide

Maagsap bestaat uit een aantal verschillende stoffen. De belangrijkste bestanddelen zijn:
  • Zoutzuur
Dit is een erg sterk en agressief zuur. Het kan gemakkelijk een gat in een stuk papier branden. De dikke slijmvlieslaag aan de binnenkant van de maag, beschermt de maagwand tegen de inwerking van het zuur. Het zoutzuur in maagsap maakt voedsel toegankelijk voor de spijsverteringsenzymen, en het activeert deze enzymen. Daarnaast remt zoutzuur de groei van bacteriën, die we met ons voedsel binnenkrijgen. De meeste van deze bacteriën zijn niet bestand tegen het zure milieu in de maag. Darminfecties kunnen hierdoor worden voorkomen.
  • Spijsverteringsenzymen
Spijsverteringsenzymen in maagsap maken een begin met de vertering van voedsel. Het belangrijkste deel van de vertering vindt vervolgens plaats in de dunne darm.
  • Slijm
Het slijm vormt een extra laagje dat de maagwand beschermt tegen de inwerking van het maagzuur.
  • Intrinsic factor
Deze stof is noodzakelijk voor de opname van vitamine B12 uit het voedsel in de dunne darm.

Functies van de maag
  • Fijn kneden en maken van voedsel;
  • Doden van bacteriën;
  • Vertering van eiwitten;
  • Afbraak van vetten.

Slide 8 - Slide

  • Fijn kneden en fijnmaken van voedsel dat via de slokdarmen uit de mond komt;
  • Doden van bacteriën
  • Vertering van eiwitten: Eiwitten in het voedsel worden in de maag afgebroken door pepsine, een enzym dat eiwitmoleculen opknipt in kleinere moleculen: polypeptiden en peptiden.
  • Afbraak van vetten: Vetten zijn moeilijk afbreekbare stoffen die de maag in een aantal stappen afbreekt. Eerst verdeelt de maag vetten tijdens het kneden in kleine bolletjes. Vervolgens scheidt de slijmvlieslaag in het bovenste gedeelte van de maag een speciaal enzym af: lipase. Dit enzym is in staat om de vetbolletjes af te breken tot vetzuren en monoglyceriden. De maag produceert echter maar een beperkte hoeveelheid lipase en kan dus niet al het vet afbreken.

Wat is een enzym?

Slide 9 - Open question

natuurlijke stof die bepaalde reacties in je lichaam versnelt. Een enzym is een eiwit, dat een bepaalde reactie in of buiten een cel katalyseert, dat wil zeggen mogelijk maakt of versnelt, zonder daarbij zelf verbruikt te worden of van samenstelling te veranderen. 
Werking van een enzym

Slide 10 - Slide

Het oppervlakte van een enzym heeft een eigen specifieke vorm. Die vorm bepaalt welke stoffen aan het oppervlak van het enzym kunnen hechten, waardoor er reacties kunnen ontstaan, zoals op elke potje een dekseltje past bij elk slot een specifieke sleutel. Bij de spijsvertering hebben we te maken met enzymen die de aan het enzym.
 gehechte stof splitst. 

substraat: stoffen die door het enzym worden omgezet, of geknipt


Kijk opdracht

  1. Wat is een katalysator?
  2.  Een enzym is substraat specifiek, wat betekent dit?

Slide 11 - Slide

In het filmpje komen de volgende vragen aan bod

Slide 12 - Video

Wat is een katalysator?
een stof die bepaalde reacties kan versnellen


Wat is een katalysator?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Enzymen
  • Eiwitten
  • Katalysator
  • Reactiespecifiek
  • Afhankelijk van verschillende factoren (temperatuur, pH)

Bij de spijsvertering onderscheiden we de volgende enzymen: 
  • Proteasen of eiwitsplitsende enzymen
  • Lipasen of vetsplitsende enzymen
  • Amylasen of koolhydraatsplitsende enzymen

Slide 14 - Slide

Chemisch gezien zijn enzymen eiwitten. Ze zijn verantwoordelijk voor de afbraak van voedingsstoffen. 
Enzymen brengen net zoals een katalisator, een chemische reactie tot stand. Die bevordert en stimuleert chemische reacties zonder er zelf feitelijk aan deel te nemen. 

Willen enzymen hun werk kunnen doen, dan moet er aan allerlei voorwaarden zijn voldaan, zoals de juiste temperatuur en zuurtegraad. 
Kijk opdracht
1. Wat is de opbouw van de dunne darm?

Slide 15 - Slide

In het filmpje komen de volgende vragen aan bod

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat is de opbouw van de dunne darm?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Dunne darm
  • 6 meter lang
  • Twaalfvingerige darm (start dunne darm)
  • Wand met spieren, bindweefsel en slijmvlies
  • Darmvlokken = villi 
  • Vertering en opname

Slide 18 - Slide

Eiwitten en koolhydraten worden in de damlumen door enzymen verder afgebroken. 

Na het duodenum(12 vingerige darm) komt de voedselmassa terecht in de dunne darm. Het eerste gedeelte noemt men het jejenum en het overige gedeelte het ileum. De wand van de dunne darm kenmerkt zich door de aanwezigheid van plooien met daarop villi. Op de cellen van de villi bevinden zich microvilli, die zorgen voor de vergroting van het verterings- en absorptieoppervlakte van de darmen. De wand van de dunne darm scheidt de laatste verteringsenzymen uit. In de dunne darm wordt de vertering voltooid en worden de voedingsstoffen opgenomen. 

Slide 19 - Slide

oppervlakte ter grootte van een tennisveld

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je:
• Uitleggen op welke manier enzymen werken
• De verschillende functies van de dunne darm toelichten
• Toelichten hoe de wand van de dunne darm eruit ziet
• De functies en de werking van de maag toelichten
• De bouw van de maag toelichten
• De functies en werking van de dikke darm toelichten


Slide 21 - Slide

This item has no instructions