RB1 A0A2 20 december

Wat gaan we vandaag doen?

- De woorden van hoofdstuk 3, deel 1 en 2
- Herhaling. Wat zijn verbindingswoorden?
- Het huiswerk: extra oefening met       verbindingswoorden
- Taak 3: luisteren en spreken
- nieuwe woorden: het lichaam

1 / 40
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?

- De woorden van hoofdstuk 3, deel 1 en 2
- Herhaling. Wat zijn verbindingswoorden?
- Het huiswerk: extra oefening met       verbindingswoorden
- Taak 3: luisteren en spreken
- nieuwe woorden: het lichaam

Slide 1 - Slide




De woorden van hoofdstuk 3,
intro, taak 1 en taak 2


Slide 2 - Slide

De kinderen staan netjes .......................... in de rij.
A
in elkaar
B
boven elkaar
C
achter elkaar
D
tussen elkaar

Slide 3 - Quiz

Bij een ..................... is er ................... hulp nodig!
A
maximaal, de dokter
B
spoedgeval, dringend
C
spreekuur, sterkte
D
dringen, spoedgeval

Slide 4 - Quiz

Bij de .................... haal je ...................
A
medicijnen, recept
B
koorts, spreekuur
C
tabletten, spreekuur
D
apotheek, medicijnen

Slide 5 - Quiz

Als hij .................... heeft, moet hij naar de dokter.
A
koorts
B
temperatuur
C
ziek
D
druppels

Slide 6 - Quiz

Wanneer is deze stad ....................? Dat was in de 13e eeuw.
A
contact opnemen
B
overgevoelig
C
ontstaan
D
snuiten

Slide 7 - Quiz

Mag Marleen jou ................... vragen stellen?
A
enkele
B
dikke
C
dicht
D
sterkte

Slide 8 - Quiz

Dion heeft hooikoorts. Hij doet .................... in zijn ogen tegen de jeuk.
A
pillen
B
het recept
C
druppels
D
de pijn

Slide 9 - Quiz

Als de ............... van het lichaam boven de 38 graden komt, dan heb je koorts.
A
ziek
B
hoofdpijn
C
schade
D
temperatuur

Slide 10 - Quiz

De kleine jongen ................. op zijn knie.
A
valt
B
val
C
valdt
D
vallen

Slide 11 - Quiz

................ je neus in een schone zakdoek!
A
Snuut
B
Sneut
C
Sniut
D
Snuit

Slide 12 - Quiz

U kan naar de .................... bellen om een afspraak met de dokter te maken.
A
praktice
B
praktijk
C
praktisch
D
praaktijk

Slide 13 - Quiz

Sommige mensen zijn ................... voor make-up. Ze krijgen dan vlekjes in hun gezicht.
A
overgevoelig
B
gesloten
C
blijven
D
gevaar

Slide 14 - Quiz

Een bekende ..................... van deze medicijnen is buikpijn.
A
werkbijding
B
bijwerking
C
verblijding
D
druppel

Slide 15 - Quiz



Een verbindingswoord (voegwoord) = .....................................

Slide 16 - Slide


Bij:
En
Maar
Want
Of
Dus

Krijg je een hoofdzin en een hoofdzin

Slide 17 - Slide

Bij:
Als
Omdat
Dat

Krijg je een hoofdzin en een bijzin

Slide 18 - Slide

We doen de oefeningen in het boek

Slide 19 - Slide




Pak je huiswerk erbij

Slide 20 - Slide



Hoofdstuk 3,
taak 3
Klachten beschrijven bij de huisarts

Slide 21 - Slide




Het lichaam

Slide 22 - Slide




Welke woorden ken je al?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

de nek

Slide 25 - Slide

de borst

Slide 26 - Slide

de schouder

Slide 27 - Slide

de pols

Slide 28 - Slide

de elleboog

Slide 29 - Slide

de heup

Slide 30 - Slide

de dij

Slide 31 - Slide

de knie

Slide 32 - Slide

de enkel

Slide 33 - Slide

de kuit

Slide 34 - Slide

de wervelkolom

Slide 35 - Slide

Wat is dit?
A
de heup
B
de enkel
C
de dij
D
de kuit

Slide 36 - Quiz

Wat is dit?
A
De buik
B
de nek
C
de wervelkolom
D
de heup

Slide 37 - Quiz

Wat zijn dit?
A
knieën
B
armen
C
kuiten
D
heupen

Slide 38 - Quiz

Wat is dit?
A
de schouder
B
de pols
C
de kuit
D
de kin

Slide 39 - Quiz

Wat is dit?
A
de elleboog
B
de wang
C
de enkel
D
de dij

Slide 40 - Quiz