Deutsch B2 16. Oktober

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Deutsch

Programm

Anwesenheit

Lernziel

Deutsch

Hausaufgaben kontrollieren

Quiz

Höraufgabe

Lernziel kontrollieren

Lernziel

Aan het einde van de les kun je een Duitse klassensituatie begrijpen

Deutsch

Noem minimaal drie Länder wo man Deutsch spricht

Hausaufgaben kontrollieren

Aufgabe 39-40

nerven

1. irriteren
2. vervelen
3. vakantie houden
4. kloppen

die Geschwister

1. de zus
2. de broer
3. de zussen
4. de broers en zussen

anschließend

1. aansluiten
2. volgorde
3. aansluitend
4. belangrijk

der Buchstabe

1. het voorbeeld
2. de letter
3. onderstrepen
4. betekenen

de moeder

1. die Mudder
2. die Mutter
3. die Moeder

de ouders

1. die Geschwister
2. die Eltern
3. die Ouders
4. die Schwester

....wohnst du? In Berlin

1. wo
2. woher
3. wer
4. was

..... essen wir?

1. wo
2. woher
3. wer
4. was

....ist dein Bruder? (laatste vraag)

1. wo
2. woher
3. wer
4. was

Wörter in der Klasse

Welke schoolwoorden ken je al in het Duits

1.30 minuut-->alleen
1.30 minuut --> fluisteren (buurman/buurvrouw)
Gezamelijk

Aufgabe 37-38

Höraufgabe

1 minuut doorlezen