Ontdek de klimaatgebieden van de VS

Ontdek de klimaatgebieden van de VS

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de verschillende klimaatgebieden in de VS uitleggen.

Introduceer het leerdoel en leg uit waarom het belangrijk is om de klimaatgebieden in de VS te begrijpen.

Wat weet je al over de verschillende klimaten in de Verenigde Staten?

Wat is een klimaatgebied?

Een klimaatgebied is een gebied met vergelijkbare klimatologische omstandigheden, zoals temperatuur en neerslag.

Leg uit wat een klimaatgebied is en waarom het handig is om ze te kennen.

Tropisch klimaat

De regio's in de VS met een tropisch klimaat zijn Hawaii en delen van Florida.

Laat foto's van Hawaii en Florida zien om de verschillen in klimaat te benadrukken.

Droog klimaat

De regio's in de VS met een droog klimaat zijn de woestijnen en halfwoestijnen van het zuidwesten, zoals de Mojave en Sonora.

Laat foto's zien van de woestijnen en halfwoestijnen om te laten zien hoe het landschap eruit ziet.

Subtropisch klimaat

De regio's in de VS met een subtropisch klimaat zijn delen van Florida, Texas, Louisiana en Georgia.

Laat foto's zien van deze staten om de verschillende regio's te benadrukken.

Maritiem klimaat

De regio's in de VS met een maritiem klimaat zijn de kustgebieden van Washington, Oregon en Californië.

Laat foto's zien van de kustgebieden om te laten zien hoe het landschap eruit ziet.

Continentaal klimaat

De regio's in de VS met een continentaal klimaat zijn de noordelijke staten zoals Montana, North Dakota en Minnesota.

Laat foto's zien van deze staten om het verschil tussen het landschap en het klimaat in de noordelijke staten te benadrukken.

IJslandklimaat

De regio's in de VS met een ijslandklimaat zijn Alaska en delen van Noord-Dakota.

Laat foto's zien van deze staten om de extremen van het ijslandklimaat te benadrukken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.