Les 1 H7

Kapitel 7
  • Presse und Sprache
  • Wie wohne ich?  
  • Hoe maak ik mijn opdracht?

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kapitel 7
  • Presse und Sprache
  • Wie wohne ich?  
  • Hoe maak ik mijn opdracht?

Slide 1 - Slide

Kapitel 7
Het onderwerp van Kapitel 7 is wonen in Duitsland. Je leert in dit hoofdstuk o.a. over leven in de stad of het platteland, leven in een Eigentumswohnung of een Mehrfamilienhaus, leven met elkaar d.m.v. die Hausordnung.
Als je verschillende opdrachten gedaan hebt, de Plauderecke A & B en de Wörterliste A & B hebt bestudeerd ben je goed voorbereid voor de volgende opdracht:
► Beschrijf in het Duits je eigen woning
- Je beschrijft 3 vertrekken in je woning.
 º je eigen kamer;
 º een ander vertrek naar keuze in je woning (keuken, woonkamer, badkamer);
 º de tuin, het balkon, de straat (als je geen tuin of balkon hebt).

Slide 2 - Slide

Kapitel 7
● Voorwaarde
- Je filmt een rondleiding door het huis.
- Jij bent in beeld. Het handigst is een interview: iemand stelt jou vragen in het Duits of de vertrekken en jij geeft antwoord.
- De rondleiding duurt minimaal 5 minuten.
- Je spreekt in hele zinnen, je leest niet voor van een blaadje.
- Inleveren Donderdag 24.03.22 . Via Teams
● Beoordeling
Je wordt beoordeeld volgens het beoordelingsformulier spreekvaardigheid. Dit formulier staat in Som bij studieplanners.
Op formulier staan de volgende criteria: woordenschat, grammatica en zinsbouw, vloeiendheid, uitspraak & kennis van het onderwerp.


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Slide 6 - Video

Übung 1 Seite 48

Slide 7 - Slide

Wörter A Seite 74
  • Wir lesen zusammen die Wörter
  • 10 Minuten um zu lernen. Wer hat die meisten Wörter gelernt? 
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Übersetze:
NL - Du
Du - NL
1. het plein; de binnenplaats
2. de speeltuin 
3. de keuken
4. de woning
5. het dorp
6. de slaapkamer 
7. helder
8. verhuizen 
9. de woonkamer 

1. das Viertel
2. die Möbel
3. der Ort
4. die Altstadt
5. die Heimat
6. die Welt
7. Die öffentlichen Verkehrsmittel
8. richtig 
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Wörter A
Bilde jetzt 10 Sätze mit den Wörtern A. Benutze dabei die Wörter, die du in der vorhergehenden Übung falsch gemacht hast. 
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Mache jetzt Übung :
3 Seite 49
5 Seite 50
Als Hausaufgabe: Übung 5 Seite 51
Lerne Wörter A und B
Grammatik: Was weißt du noch von den Fällen? 
Übung 7 und 8 Seite 53

Slide 11 - Slide