Ondernemerschap 7

Ondernemerschap in de retail
Week 7
1 / 63
next
Slide 1: Slide
OndernemerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 63 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ondernemerschap in de retail
Week 7

Slide 1 - Slide

Agenda
Week 1: Kennismaking en Jij als ondernemer
Week 2: Jij als ondernemer
Week 3: Een verkenning van de markt
Week 4: Een verkenning van de markt
Week 5: Conclusie (doorgaan of stoppen)
Week 6: Pitch
Week 7: Onderdeel 4
Week 8: Onderdeel 5 & inleveren verslag

Slide 2 - Slide

Nut van de les
Aan het einde van de les..

.. weet jij je missie en visie,
.. maak jij je USP.

Slide 3 - Slide

Eindopdracht
Tijdens dit vak stel je een ondernemersplan op voor een door jouw gekozen retail bedrijf.

Je geeft een pitch over je retail bedrijf en levert een ondernemersplan in.  


Slide 4 - Slide

Periode 1 & 2
In periode 1 zoek je uit welk bedrijf je wilt opstarten en geeft hierover een pitch.

In periode 2 maak je het commerciële en financiële plan.

Slide 5 - Slide

Agenda
Maandag:
Uitleg docent theorie
Werken aan opdracht

Dinsdag: 
Werken aan opdracht

Slide 6 - Slide

Ondernemersplan
Een ondernemingsplan is een plan waarin je informatie geeft over jouw bedrijf, idee, de markt en ondernemerskwaliteiten.

In het ondernemersplan zoek je uit of het door jouw verzonnen bedrijf kans heeft van slagen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opstellen van het ondernemersplan
P1: Beschrijving van de ondernemer

P1: Het bedrijf en idee

P2: Omschrijving van de markt
P2: Marketingplan
P2: Financiële analyse



Slide 9 - Slide

Voorwaarden voor beoordeling
Verslag volgens de normen
(voorblad, inhoudsopgave, inleiding, correcte uitwerking en bronvermelding)

Verslag is netjes en verzorgd, taalgebruik is correct etc.

Alle conclusies zijn onderbouwd

Berekeningen zijn weergegeven en digitaal beschikbaar. 

Slide 10 - Slide

Marktonderzoek
Met een marktonderzoek onderzoek je of je idee haalbaar is.

Maar ook:
Wie je klanten zijn, de concurrenten, de sterke en zwakke punten van je idee en welke kansen en bedreigingen er zijn vanuit de markt.

Slide 11 - Slide

Field en deskresearch
Deskresearch: Informatie verzamelen uit vakbladen en achter de computer.

Fieldresearch: Erop uit om de klanten en concurrenten te onderzoeken. Via enquêtes en interviews. 

Slide 12 - Slide

Deskresearch
www.ikgastarten.nl
www.kvk.nl
www.ondernemersplein.nl
www.rabobankcijfersentrends.nl

Slide 13 - Slide

3. Verkenning van de markt
Je onderzoekt de doelgroep, de markt en de concurrentie om te achterhalen of jouw idee haalbaar is. Formuleer onderzoeksvragen. Wat wil je weten? Pas deskresearch (raadpleeg internet) en fieldresearch (hou een korte enquête bij potentiele klanten)

Slide 14 - Slide

Opdracht 3.1 Doelgroep
1. Verzamel gegevens over de toekomstige klant en omschrijf je doelgroep. 
2. Omschrijf kenmerken en wensen van de doelgroep.
3. In welke behoefte gaat jouw onderneming voorzien?

Slide 15 - Slide

Opdracht 3.2 Markt
1. Verzamel gegevens over de markt en omschrijf de markt, het verzorgingsgebieden de vestigingsplaats. 
2. Wat zijn de huidige ontwikkelingen en trends in de markt?

Slide 16 - Slide

Opdracht 4.1 Concurrentie
Beantwoord de volgende vragen:

1. Verzamel gegevens over de concurrentie. 
2. Wie zijn je directe en indirecte concurrenten?
3. Hoe gaat jouw onderneming zich onderscheiden van de concurrentie?

Slide 17 - Slide

Opdracht 4.2 SWOT-analyse
Maak een eerste SWOT-analyse op basis van de verzamelde gegevens. Hiermee bepaal je de slagingskans van de onderneming. 
- Beschrijf de sterktes en zwaktes van jezelf en je commerciële idee (interne analyse)
- Beschrijf de kansen en bedreigingen voor je eigen onderneming (externe analyse)
- Stel een confrontatiematrix op en trek hieruit conclusies. 

Slide 18 - Slide

Confrontatiematrix
Kies vervolgens de drie belangrijkste punten uit de SWOT en zet dit in de confrontatiematrix

Slide 19 - Slide

5.1 Conclusie
Nu je jezelf, het idee, de doelgroep en de markt hebt onderzocht, trek je conclusies. Hoe ga je nu verder?

1. Beschrijf wat volgens jou de kritische succesfactoren zijn van je onderneming. Wat is echt belangrijk om te slagen? Hoe ga je om met de belangrijkste risicofactoren?
2. Beslis of en hoe je verder gaat met de onderneming.

Slide 20 - Slide

Wat zijn kritische succesfactoren?(KSF)?

Slide 21 - Open question

KSF
Kritische succesfactoren (KSF) zijn factoren die bepalend zijn voor het succes van een onderneming of het behalen van een bepaald doel. 

Voorbeelden: levertijd, klanttevredenheid, werknemertevredenheid, interne communicatie, duurzaamheid / milieu, innovatiekracht.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Link

Risico factoren
De markt is voortdurend in beweging: trends komen en gaan, aandelenkoersen stijgen en kelderen, en er komen steeds nieuwe start-ups bij. Hetzelfde geldt voor de risico's die je bedrijf (mogelijk) bedreigen: zij evolueren samen met de markt en kunnen dus zowel afzwakken als aan kracht winnen. 

Slide 25 - Slide

Soorten risico's
1. Operationele risico’s 
2. Financiële risico's
3. MVO risico's
4. Algemene risico's. 

Bij het uitstippelen van een risicobeleid kun je ook onder andere rekening houden met algemene risico’s; deze houden externe factoren in zoals
Heersende politieke situatie
Technologische risico's
Maatschappelijke risico's
Juridische risico's

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Link

5.1 Conclusie
Nu je jezelf, het idee, de doelgroep en de markt hebt onderzocht, trek je conclusies. Hoe ga je nu verder?

1. Beschrijf wat volgens jou de kritische succesfactoren zijn van je onderneming. Wat is echt belangrijk om te slagen? Hoe ga je om met de belangrijkste risicofactoren?
2. Beslis of en hoe je verder gaat met de onderneming.

Slide 30 - Slide

5.2 Pitch
Schrijf een pitch over je onderneming. Gebruik hierbij de gegevens uit je onderzoek. 

Slide 31 - Slide

Wat is een pitch?

Slide 32 - Open question

Pitch
Mijn eigen definitie is simpel: een kort verhaal waarmee je een doel wilt bereiken. Dat doel kan van alles zijn: een investering binnenslepen, je klant overtuigen om je product te kopen, je baas overhalen om echt met jouw idee aan de slag te gaan, of je partner overhalen om vanavond Chinees te eten in plaats van patat.

 

En eigenlijk zit in die korte definitie alles wat je moet weten over pitchen. Laten we nog iets beter naar de definitie kijken: een kort verhaal waarmee je een doel wilt bereiken.

Slide 33 - Slide

Onderdeel 4: de Propositie
1. Werk je bedrijfsformule uit en beschrijf:
- Missie en visie
- je doelgroep
- je aanbod/ propositie en de USP's.

2. Omschrijf het verdienmodel en de commerciële doelstellingen SMART

Slide 34 - Slide

Wat is een missie?

Slide 35 - Open question

Wat is een visie?

Slide 36 - Open question

Missie en visie
De missie is een beschrijving van de bestaansredenen van een bedrijf. 

Visie geeft aan waar een organisatie in de toekomst wil staan. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Missie
Wat wil je?
Hoe wil je dat 
bereiken?
Welke waarden en
normen vind je
belangrijk?

Slide 39 - Slide

Visie
Een visie geeft aan waar een organisatie in de toekomst wil staan.

Vanuit het nu wordt de gewenste situatie voor de toekomst beschreven. 

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Link

Aanbod / de propositie
Je positionering bepaal je met je unieke, of exclusieve, verkoopargument (EVA).

Jouw unieke eigenschappen van jouw product of dienst. 

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

USP
Waarin onderscheidt de onderneming zich.

Waarom zou ik bij deze ondernemer kopen en niet bij een ander?

Slide 44 - Slide

Doelgroep
Werk de doelgroep voldoende specifiek uit.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Link

Slide 47 - Slide

Onderdeel 4: de Propositie
1. Werk je bedrijfsformule uit en beschrijf:
- Missie en visie
- je doelnogroep
- je aanbod/ propositie en de USP's.

2. Omschrijf het verdienmodel en de commerciële doelstellingen SMART

Slide 48 - Slide

Wat is een verdienmodel?

Slide 49 - Open question

Slide 50 - Video

Verdienmodel

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Video

Slide 53 - Video

Slide 54 - Slide

Commerciële doelstellingen SMART

Het grootste en voornaamste doel van een commerciële organisatie is het behalen van winst. Er zijn vele voorbeelden van commerciële organisaties te bedenken: supermarkten, fabrieken, restaurants en bouwbedrijven.

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Video

Slide 57 - Slide

Slide 58 - Link

SMART DOEL
Smart doel: 'Ik wil 6 kilo afvallen in 12 weken'. Dit is specifiek (je wil 6 kilo afvallen), meetbaar (door op weegschaal te staan voor je begint), acceptabel en realistisch (6 kilo in 12 weken is te doen), en tijdsgebonden door de 12 weken tijdsperiode.

Slide 59 - Slide

Slide 60 - Link

Slide 61 - Link

Onderdeel 4: de Propositie
1. Werk je bedrijfsformule uit en beschrijf:
- Missie en visie
- je doelgroep
- je aanbod/ propositie en de USP's.

2. Omschrijf het verdienmodel en de commerciële doelstellingen SMART

Slide 62 - Slide

Slide 63 - Link