3H luistervaardigheid

Erste Hilfe! Kannst du Leben Retten?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Erste Hilfe! Kannst du Leben Retten?

Slide 1 - Slide

Ken jij de juiste vertaling?
Sleep straks de Nederlandse woordjes naar de juiste Duitse vertaling. Wie heeft alles goed?

Slide 2 - Slide

timer
0:45
gegeben
er atemst
achte auf
geholfen
gehelft
geben
er atmet
du rufst
du rufest
letze auf
geven
hij ademt
jij roept
let op
geholpen

Slide 3 - Drag question

Erste Hilfe!
Tijdens de video krijg je steeds vragen te beantwoorden. Wie beantwoordt alles correct en is EHBO-expert (én Deutschmeister )?

Slide 4 - Slide

10

Slide 5 - Video

01:42
Was soll er tun?
A
Herz-Lungen-Wiederbelebung (mond-op-mond)
B
Stabile Steitenlage (stabiele zijligging)
C
Herzdruck Massage (hartmassage)

Slide 6 - Quiz

02:43
Hoe vaak moet je per minuut op het hart drukken?

Slide 7 - Open question

03:52
Was soll er tun?
A
Helm abziehen (eraf halen)
B
Stabile Seitenlage
C
Blutung am Arm stillen (bloeding stoppen)

Slide 8 - Quiz

05:07
Waarom moet de helm eraf?

Slide 9 - Open question

06:38
Was soll er tun?
A
Nabelschnur bleibt dran (blijft er aan)
B
Abklemmen
C
Durchschneiden (knippen)

Slide 10 - Quiz

07:30
Wat is 'Hebamme' voor beroep?
A
Ambulancebroeder
B
Verloskundige
C
Gynaecoloog
D
Intensive Care medewerker

Slide 11 - Quiz

09:05
Was soll er tun?
A
Wiederbelebung (reanimatie)
B
Schnitt in Luftrohr (snee in luchtpijp)
C
Eiswürfel in den Mund

Slide 12 - Quiz

10:09
Wat is 'Koniotomie'?

Slide 13 - Open question

11:45
Was soll er tun?
A
Mann nicht bewegen, warten auf Hilfe
B
Gewalt gebrauchen, Mann aus dem Auto ziehen
C
Das Feuer löschen (blussen)

Slide 14 - Quiz

12:42
Wanneer je bij eerste hulp verlening iets fout doet, kun je aangeklaagd worden
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Werkwoorden!
Hoe zat het ook alweer?

Slide 17 - Slide

De uitgangen van de regelmatige werkwoorden

Slide 18 - Slide

Het rijtje van 'sein'

Slide 19 - Slide

Het rijtje van 'haben'

Slide 20 - Slide

Und jezt ihr!
Füllt die richtige Antwort aus. Wer kennt die Verben am besten?

Slide 21 - Slide

Michael (redden) das Mädchen.

Slide 22 - Open question

(roepen) du die Polizei?

Slide 23 - Open question

Ihr (sturen) sofort die Feuerwehr.

Slide 24 - Open question

(hebben) du richtig geholfen?

Slide 25 - Open question

Ihr (hebben) wieder Panne.

Slide 26 - Open question

Maryam und Jana (zijn) gerettet!

Slide 27 - Open question

(zijn) das Feuer schon gelöscht?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide