Eerste les m4i - 2023-2024 H1 Taalverzorging

Welkom M4i
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom M4i

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma vandaag
  • kennismaking
  • programma dit jaar
  • programma vandaag
  • aan de slag
  • afsluiting 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kennismaking

Wie ben ik?
Wat kan je verwachten?
Wat verwacht ik?

Wie zijn jullie? (formulier)

Slide 3 - Slide

formulier laten invullen en planning doorgeven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Programma deze periode
  • Taalverzorging en Woordenschat  H1  en 2:
TV H1: hoofdletters en leestekens, schema ww.spelling, lastige werkwoorden.
TV H2: aan elkaar of los, zinnen met meer pv's en woordvolgorde in     .                      samengestelde zinnen.
WS H1 en 2: woordraadstrategieën en woordenlijsten
  •      Stagevoorbereiding: solliciteren
 Sollicitatie-email en cv en filmpje presenteer jezelf

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van de les
- nadenken over te lezen boeken en zsm starten 
- uitleg over leestekens en hoofdletters
- samen oefenen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

MAVO 4
Nieuw Nederlands
Hoofdstuk 1 Taalverzorging- Spelling (p. 30)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke afbeelding is het vervolg van afbeelding A. Kies B of C.
Leg uit waarom.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Leestekens en hoofdletters
Leestekens en hoofdletters zorgen ervoor dat een tekst beter te lezen is en leestekens voorkomen misverstanden.

Als je een leesteken vergeet, maak je een interpunctiefout.
Als je een hoofdletter vergeet (of verkeerd gebruikt, maak je een spelfout.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leestekens en hoofdletters
Begin van een zin altijd met een hoofdletter.

Een zin eindigt altijd met een punt, uitroepteken of vraagteken.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Leestekens en hoofdletters
Plak liever niet meer dan twee zinnen aan elkaar en gebruik daarbij een voegwoord (want, maar, omdat, nadat, terwijl etc.).

Het voegwoord kan aan het begin van de zin staan of midden in de zin.
                                              Voor 'en' geen komma!!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Schrijf over. Zet leestekens en hoofdletters waar dat moet.
als het pijn doet geef je maar een gil

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Schrijf over. Zet leestekens en hoofdletters waar dat moet.
ik ga niet naar school want ik ben schoolziek

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

theorie staat op pagina 199

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoofdletters
  • aan het begin van een zin
  • bij namen (Michel, Utrecht, Kruidvat, Pasen, Frenkie de Jong, Van Dijk)
  • bij woorden afgeleid van aardrijkskundige namen
       (Amsterdamse, Noord-Hollandse)
Géén hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Punt, vraagteken, uitroepteken: 
  • aan het einde van een zin.

-> Ik ben mijn pen vergeten.
-> Heb je een pen voor mij?
-> Pas op voor die bal!


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Komma
  •  tussen delen van een opsomming
                                -> Ik heb cola, chips en Red Bull.
  • na een naam of uitroep aan het begin van een zin
                                -> Yasmin, waar is je broer?
  • in een samengestelde zin (zinnen met meer dan één pv)
      - tussen twee persoonsvormen
                                -> Als jij de hond uitlaat, zet ik thee.
     - voor een voegwoord, zoals maar, nadat, omdat, want
                                -> De jongen is blij, want hij heeft een PS5 gekocht.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Komma
Let op:
gebruik nooit een komma voor het woord en. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Dubbele punt en aanhalingstekens
  • Bij een citaat
                      ->  Mees riep: 'Kijk uit voor die fietser!'
                      -> 'We halen een hond uit het asiel', zei Imke.
                      -> 'Spelen we vandaag uit of thuis?' vroeg hij aan de
                            trainer.
  • Ook bij citeren van een zin gebruik je aanhalingstekens.
                       ->  'Mees riep (...) die fietser'

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Maanden en dagen schrijf je met hoofdletter.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van feestdagen
B
Namen van jaargetijden
C
Namen van personen
D
Namen van bedrijven

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Terschelling
B
Rucphen
C
Bosheidestraat
D
Noorden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort met een hoofdletter?
A
januari
B
maandag
C
amsterdam
D
herfst

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer gebruik je géén hoofdletter?
A
Namen van winkels
B
Familienamen
C
Namen van maanden
D
Namen van musea

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Eiffeltoren
B
Maas
C
Waal
D
Lente

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf je maanden in je e-mail (bv bij plaats, datum) met een hoofdletter?
A
Ja, altijd!
B
Nee, nooit!

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer schrijf je hoofdletters?
A
Aan het begin van een zin.
B
Namen van mensen.
C
Namen van plaatsen.
D
Alle drie de antwoorden zijn juist.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
Duitse
B
Kerstbal
C
Zuid-Frankrijk
D
Kerstmis

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord hoort niet met een hoofdletter geschreven te worden?
A
De Nachtwacht
B
Hoogspanningskabel
C
Tim
D
Udens College

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
'Zullen we morgenavond om zeven uur afspreken? vroeg Layla.
B
'Zullen we morgenavond om zeven uur afspreken?' vroeg Layla.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
Mijn trainer zei jij mag meetrainen met de selectie.
B
Mijn trainer zei: 'Jij mag meetrainen met de selectie.'
C
Mijn trainer zei: 'jij mag meetrainen met de selectie.'

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters?
A
De dj zei: 'zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'
B
de dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'
C
De dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht' .
D
De dj zei: 'Zo'n grote opkomst had ik niet verwacht.'

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is correct geschreven, lettend op leestekens en hoofdletters.
A
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes, mompelde Sem.'
B
Eigenlijk houd ik niet van spruitjes, mompelde Sem.
C
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes', mompelde Sem.
D
'Eigenlijk houd ik niet van spruitjes,' mompelde Sem.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Maak opdracht 1, 2, 3 en 5 van H1 Taalverzorging Spelling (p.30-31)
Klaar? Ga verder met Spelling ww op p.32 (Theorie lezen en opdrachten 1 t/m 4)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions