Maandag 10 mei

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
technologie
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op, de betekenis en de voorbeeldzin.

1 / 6
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 6 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema :
technologie
Maak aantekeningen:
Schrijf het woord op, de betekenis en de voorbeeldzin.

Slide 1 - Slide

de technologie
zelfstandig naamwoord
  • De technische kennis die nodig is om (nieuwe) apparaten en machines te maken
  • de techniek: de manier waarop (hoe) een een apparaat werkt
  •  technisch werken: de manier waarop (hoeiemand werkt
  •  meervoud: de technologieën
  • zin: de technologie van een mobieltje is ingewikkeld.
  • zin: De jongen/het meisje heeft lang gestudeerd om de technologie van een vliegtuig te begrijpen. 

Slide 2 - Slide

uitvinden
scheidbaar werkwoord
  • iets nieuws bedenken en maken
  • de uitvinder: de persoon die iets nieuws uitvindt
  • de uitvinding: iets nieuws dat iemand heeft bedacht de innovatie: iets dat nieuw is
  • werkwoord: ik vind uit, ik vond uit, ik heb uitgevonden, iets uitvinden
  • zin: De uitvinding van wifi is belangrijk voor alle mensen.
  • zin: De uitvinder heeft er jaren over gedaan om iets nieuws te bedenken.

Slide 3 - Slide

ontwerpen
werkwoord
  • bedenken en tekenen hoe iets eruit moet zien 
  • bedenken en tekenen hoe het gemaakt moet worden
  • het ontwerp/ het plan hoe iets gemaakt moet worden
  • de tekening hoe iets gemaakt moet worden
  • werkwoord: ik ontwerp, ik ontwierp, ik heb ontworpen
  • zin: De uitvinder heeft een nieuwe auto ontworpen.
  • zin: De architect heeft de tekening van het nieuwe station aan de gemeente laten zien.    

Slide 4 - Slide

de architect  
zelfstandig naamwoord  
  • iemand die als beroep een gebouw bedenkt en dat tekent 
  • de architectuur: de stijl/de manier waarop/hoe .....gebouwen zijn bedacht/ontworpen   
  • Architecten tekenen/ontwerpen het nieuwe huis.
  • Een tekening van een architect is een ontwerp.
  • zin: Om architect te worden moet je jaren bouwkunde studeren.
  • zin: De architect tekent een nieuwe woonwijk voor de stad. 

Slide 5 - Slide

nauwkeurig
bijvoeglijk naamwoord: nauwkeurige
  • met grote zorg, met aandacht zijn/werken
  • precies zijn/precies werken
  • zorgvuldig zijn/nauwgezet zijn/consciëntieus zijn/accuraat zijn
  • tegenstelling: onnauwkeurig/onzorgvuldig/
  • tegenstelling: niet consciëntieus/niet accuraat
  • zin: Zij deed haar opdracht heel nauwkeurig.
  • zin: Omdat de groep jongeren met veel nauwkeurigheid de tekening maakten, wonnen zij de prijs. 

Slide 6 - Slide