3H - les 44/45 - STG

3H1 - 11 de febrero, 2021 - STG
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

3H1 - 11 de febrero, 2021 - STG

Slide 1 - Slide

Programa
  • Planning periode 3
  • Leren woorden voor toets dinsdag
  • Taaltaak Gerundio
  • Pauze
  • Nakijken taaltaak Gerundio
  • Oefenen met Gerundio
  • Leesvaardigheid voor toets dinsdag 

Slide 2 - Slide

Planning periode 3
SO voca + lezen (NL --> SP + SP --> NL) - Formatief --> Woensdag 16 februari
SO Unidad 2 (boek 2) - Summatief 2x --> week 14 t/m 18 maart
TAALDORP - 4/5 april - Summatief 4x --> 4 & 5 april


timer
15:00

Slide 3 - Slide

Taaltaak Gerundio
Maak de taaltaak van de GERUNDIO en kom er zelf achter hoe je deze tijd vormt en gebruikt. Zie classroom!

Stap 4 heeft een luisterfragment. KLIK HIER voor het fragment.

Slide 4 - Slide

Gerundio

"iets aan het doen zijn"


- Gaat altijd samen met het (vervoegde) werkwoord ESTAR.


- AR --> ANDO

- ER --> IENDO

- IR --> IENDO


- VB. Ik ben aan het lopen

           Estoy caminando


Slide 5 - Slide

Uitzonderingen Gerundio
Decir - diciendo
Dormir - durmiendo
Ir - yendo
Venir - viniendo
Morir - muriendo
Leer - leyendo
Pedir - pidiendo
Creer - creyendo
Reír - riendo
Vestir - vistiendo

Slide 6 - Slide

Gerundio
Maak DEZE oefening om met de gerundio te oefenen...

Kijk eventueel het filmpje met de uitleg in de slide hierna...

Slide 7 - Slide

Gerundio vs. Perfecto

Slide 8 - Slide

¿Qué están haciendo estas personas?

Slide 9 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans:
'Hij is aan het koken?'
A
Está cocinando.
B
Esta cocinando.
C
Cocina.
D
Está cocinado

Slide 10 - Quiz

Zou je het verschil kunnen aangeven tussen.....
De Gerundio en de  Presente Perfecto?


Slide 11 - Slide

GERUNDIO
PRESENTE PERFECTO
ESTAR
HABER
Net gebeurd
op dit moment
-IDO
-ANDO
-ADO
-IENDO
LEYENDO
VUELTO

Slide 12 - Drag question

KUN JE DEZE WERKWOORDEN IN DE GERUNDIO OPSCHRIJVEN?
1 hacer ( yo) 5 decir (ella)
2 comer ( nosotros) 6 ver (tú)
3 quedar (él) 7 ganar (ellos)
4 llegar (vosotras) 8 afeitarse (yo)

Slide 13 - Open question

SCHRIJF DE ZELFDE WERKWOORDEN NU IN DE PRESENTE PERFECTO
1 hacer ( yo) 5 decir (ella)
2 comer ( nosotros) 6 ver (tú)
3 quedar (él) 7 ganar (ellos)
4 llegar (vosotras) 8 vestirse (yo)

Slide 14 - Open question

Kahoot

Slide 15 - Slide

Leestekst voor SO dinsdag
Stap 1: ga naar online leergang Paso Adelante
Stap 2: Ga naar boek 2 --> Hoofdstuk C2 
Stap 3: Ga naar C Leer
Stap 4: Maak opdracht 9A t/m 11E
Stap 5: Controleer jezelf na het geven van elk 
antwoord
timer
25:00

Slide 16 - Slide

Deberes
Estudiar: Boek 2, Unidad 2 voca 2.1 2.2 2.3 NL-SP
Estudiar: roze werkwoordenblad 25-50 SP-NL
Estudiar: regel + uitzonderingen Gerundio

Slide 17 - Slide