H2 toetsvoorbereiding schrijven

Voorbereiden schrijven
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 44 min

Items in this lesson

Voorbereiden schrijven

Slide 1 - Slide

Goed schrijven - Wat is nodig?
  • ken je woordenschat! (handige woorden)
  • ken de Sprachmittel! (handige zinnen)
  • goede zinnen maken (der/die/das, werkwoorden, volgorde,...)

Slide 2 - Slide

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was in deinem Zimmer ist weiss?
(op duits + lidwoord)

Slide 3 - Open question

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was in deinem Zimmer ist neu?

Slide 4 - Open question

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was in deinem Zimmer hast du geschenkt bekommen?

Slide 5 - Open question

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was in deinem Zimmer willst du verändern?

Slide 6 - Open question

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was ist dein Lieblingsmöbel?

Slide 7 - Open question

Gegenstände in deinem Zimmer:
Was in deinem Zimmer hast du selbst gekauft?

Slide 8 - Open question

Vertaal: Hoe woon je?

Slide 9 - Open question

Vertaal: Ik woon in...

Slide 10 - Open question

Vertaal: Ons huis is groot.

Slide 11 - Open question

Vertaal: Hoe ziet het eruit?

Slide 12 - Open question

Vertaal: Mijn kamer heeft een bank.

Slide 13 - Open question

Zet in de goede volgorde:
ist - gemütlich - das - Wohnzimmer
A
gemütlich das Wohnzimmer ist
B
Wohnzimmer ist das gemütlich
C
Ist das Wohnzimmer gemütlich
D
Das Wohnzimmer ist gemütlich

Slide 14 - Quiz

Zet in de goede volgorde:
es - Schlafzimmer - drei - oben - gibt
A
Es Schlafzimmer gibt drei oben
B
Oben gibt es drei Schlafzimmer
C
Gibt es oben drei Schlafzimmer
D
Schlafzimmer gibt drei es oben

Slide 15 - Quiz

Zet in de goede volgorde:
Wohnzimmer - ich - das - aufräumen (zet werkwoord in de juiste vorm)
A
Ich räume das Wohnzimmer auf
B
Ich aufräume das Wohnzimmer
C
Wohnzimmer ich das aufräumen
D
Das Wohnzimmer ich aufräumen.

Slide 16 - Quiz

Maak een eigen zin over jouw kamer (op duits)

Slide 17 - Open question

juist voorbereiden:
  • woorden + zinnen leren
  • haben, sein, werden herhalen
  • zwakke werkwoorden herhalen
  • grammatica leren + oefenen (lijdend voorwerp van pers. voornaamwoorden)
  • maak alle schrijfopdrachten K7G + kijk na, maak oef. 40 nauwkeurig!

Slide 18 - Slide