2BK Week 19 (2F1) Lesson 1 (Unit 3.3 Writing/Comparitives)

Week 19: lesson 1
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 19: lesson 1

Slide 1 - Slide

  Herkansen/Inhalen 
 (2F1)
Listening Test: Naod 
 
Language Test Unit 2 (Extremes):
Bashar, Bereket
Pitstop gehaald?

Lees uit je (Engelse) boek of maak je huiswerk

Slide 2 - Slide

Homework

You needed to finish exercises 13-18 (A-D) of Lesson 3.3 Writing (book:p.111-114) today

Slide 3 - Slide


Last lesson

You can practice your writing skills


This lesson

You can practice your writing skills

Taaldoel: 

Wat is een "comparitive adjective"?

Lesson goals

Slide 4 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken

Slide 5 - Slide

Lesson plan

1.  Vergelijken 
(met behulp van comparitive adjectives)
2.  Lesson 3.3 Writing 
3. Did we achieve our lesson goals?

Slide 6 - Slide

Vergelijken
Om dingen te vergelijken in het Engels gebruiken we comparitive adjectives.


Slide 7 - Slide

Vergelijken
Maar wat zijn comparitive adjectives en hoe gebruik je ze??

Slide 8 - Slide

Vergelijken
Bekijk het volgende filmpje en kijk of je er achter kan komen wat comparitive adjectives zijn!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Comparitive adjectives
Any ideas?

Slide 11 - Slide

Let's practice!

Slide 12 - Slide

He is .......(small) than her.
A
smallest
B
smaller
C
more small
D
most small

Slide 13 - Quiz

I am .......(big) than him.
A
biger
B
biggest
C
more big
D
bigger

Slide 14 - Quiz

We are .......(smart) students in class.
A
the smartest
B
smarter
C
more smart
D
smartest

Slide 15 - Quiz

You are .......(dangerous) boy I know.
A
the dangerousest
B
more dangerous
C
the most dangerous
D
dangerouser

Slide 16 - Quiz

Was dit moeilijk?
Ga naar Checkbook 3.10 Grammar 3&4 (boek p.161-162):

Hier vind je alle regels over vergelijken. 



Slide 17 - Slide

Hoe weet je of je je lesdoel behaald hebt?

1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken

Slide 18 - Slide

Lesson 3.3 Writing
Make exercise 19-28 (E to I)
(Book: p.114-122)

You have 15 minutes & 
you work alone


timer
15:00
Finished early?
Make J+K + "Zelf Oefenen"/ oef. 29

Slide 19 - Slide

How did it go?
Any questions?

Let's look at some exercises together!

Slide 20 - Slide

Check your answers & correct! 
I will show the correct answers to you now.
Correct everything, so your score is 100% and there is no more RED left!

You have 5 minutes & 
you work alone


timer
5:00
Finished early?
Work in 3.3 "Zelf Oefenen"/Look at Lesson 3 L&W

Slide 21 - Slide

Lesson goals:

You can practice your writing skills

Taaldoel:


Wat is een "comparitive adjective"?




Homework :

- Finish exercise 19-28 (E to I)
(Book: p.114-122)



Slide 22 - Slide

 Lesdoel behaald? Check it!
1. Je kunt een korte email schrijven
2. Je kent de woorden van les 2 (Words Lesson 2)
3. Je kan dingen met elkaar vergelijken

Slide 23 - Slide

Time left? Let's play Kahoot

 Enter the game PIN that I will show you now


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide