Lichtbron BijbelQuiz

BijbelQuiz
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MentorlesHBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BijbelQuiz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Hoeveel boeken tellen het Oude Testament en het Nieuwe Testament samen?
A
3 en 9
B
39 en 27
C
37 en 15
D
40 en 40

Slide 2 - Quiz

 Je kan dit onthouden door te denken aan 3 x 9 = 27

2. Hoeveel verzen staan er in de bijbel?
A
31.175
B
Bijna 1 miljoen
C
62.843
D
5.789

Slide 3 - Quiz

Er staan 23.215 in het Oude en 7.960 in het Nieuwe Testament

3. Door wie is de Bijbel geschreven?
A
door 15 verschillende schrijvers
B
door meer dan 40 verschillende schrijvers
C
door Maarten Luther
D
door Lukas

Slide 4 - Quiz

 de Bijbel is door meer dan 40 verschillende schrijvers geschreven, over een periode van meer dan 1500 jaar.
4. Waar komt het woord Bijbel vandaan?
A
van ‘bibelebon’
B
van ‘bubbel’
C
van ‘biblia’
D
van ‘beste boek’

Slide 5 - Quiz

Dat is een Grieks woord en betekent ‘boeken’. Ons woord bibliotheek komt daar vandaan.

5. In welke taal/talen zijn de bijbelboeken oorspronkelijk geschreven?
A
Hebreeuws, Aramees, Grieks
B
Hebreeuws en Grieks
C
Hebreeuws, Grieks en Arabisch
D
Hebreeuws, Grieks en Latijn

Slide 6 - Quiz

Het Oude Testament in het Hebreeuws en het Nieuwe Testament in het Grieks, maar sommige delen van het OT en NT ook in het Aramees.

6. Welke Bijbelboeken zijn vernoemd naar een vrouw?
A
Ruth en Esther
B
Ruth, Esther en Ezra
C
Ruth, Esther en Sefanja
D
Ruth en Ezra

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

7. Wat is het 12e boek van de Bijbel?
A
1 Koningen
B
De brief aan de Kolossenzen
C
2 Koningen
D
1 Kronieken

Slide 8 - Quiz

Dit kun je zien aan de slinger met Bijbelboeken die we hebben opgehangen in de kerk.

8. Hoe vaak komt een ezel voor in de Bijbel?
A
1 keer
B
3 keer
C
55 keer
D
111 keer

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

9. Wat staat er in Lucas 18:16 (NBV21 vertaling)?
Maar Jezus riep de kinderen bij zich
en zei: ...
A
‘Laat de kinderen tot mij komen’
B
‘Laat de kinderen bij me komen, want kinderen zijn het allerbelangrijkste.’
C
‘Alleen kinderen kunnen in de hemel komen’
D
‘Laat ze bij Me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij.

Slide 10 - Quiz

We leren van Jezus dat we allemaal als kinderen moeten zijn.
10. In hoeveel talen kan je de Bijbel lezen?
A
3300
B
1500
C
10000
D
7500

Slide 11 - Quiz

https://bijbel.eo.nl/artikel/281/12-weetjes-over-de-bijbel