HNE Duits H3 wk4_les7: OTD: diktat

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Laptop / Buch
- Farb(stifte)
Donnerstag 22. September 2022
Herbst - Woche 38

1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Laptop / Buch
- Farb(stifte)
Donnerstag 22. September 2022
Herbst - Woche 38

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
1) Formative Übung (Socrative)
2) G: Schreiben: Übung 37 +39
3) Diktat
4) Hausaufgaben


Slide 2 - Slide

Formative Übung
Open een nieuw tabblad
ga naar Socrative.com
ROOM: OOTES9882

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
1) Formative Übung (Socrative)
2) G: Schreiben: Übung 37 +39
3) Diktat
4) Hausaufgaben


Slide 4 - Slide

Schreiben
Übung 37 + 39

Slide 5 - Slide

Was machen wir heute?
1) Formative Übung (Socrative)
2) G: Schreiben: Übung 37 +39
3) Diktat
4) Hausaufgaben


Slide 6 - Slide

Zeichendiktat

Slide 7 - Slide

Zeichne: 

In der mitte des Blattes steht entweder einen Berg oder ein Haus.

Slide 8 - Slide

Zeichne: 

Auf dem Dach des Hauses oder des Berges liegt Schnee.

Slide 9 - Slide

Zeichne: 

Ein Fluss fließt vor dem Haus oder der Berg.

Slide 10 - Slide

Zeichne: 

Es gibt Blumen an verschiedenen Stellen

Slide 11 - Slide

Zeichne: 

Links unter gibt es dein Lieblingstier.

Slide 12 - Slide

Zeichne: 

Es gibt fünf Wolke am Himmel.

Slide 13 - Slide

Zeichne jetzt "dein Lieblingswetter"
Es schneit
Es regnet
Es friert
oder die Sonne scheint 

Slide 14 - Slide

Deine selbstgemachte Karte ist jetzt fertig!

Gebruik nu de zinnen van oefening 37 en 39 om een kort bericht te schrijven aan iemand die je na staat (vader / moeder / opa en oma). Gebruik de opzet van Übung 41 maar met iets andere inhoud en lever het in. 
Als je wilt dat het briefje wordt verstuurd, zet er dan een adres op!

*aanhef
*vertel hoe het met je gaat
*vertel over het weer en je lievelingsdier
*sluit af

Slide 15 - Slide

Hausaufgaben
Lernen: 
Wörter Deutsch > Niederländisch (S. 49)
Verleden tijd haben/sein en tegenwoordige tijd werden
Machen: H: Lesen Übung 42 (S.42 und weiter), beantworte die Fragen und unterstriche komplizierte Wörter



Slide 16 - Slide

BIS NÄCHSTE WOCHE

Slide 17 - Slide