2.3 Demografische dimensie

2.3 Demografische dimensie: groei en krimp
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

2.3 Demografische dimensie: groei en krimp

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

demografie

Slide 3 - Mind map

Demografische kenmerken en indicatoren
Kenmerk                                        Indicator
Bevolkingsontwikkeling         I. Bevolkingsgroei     
                                                            (natuurlijk, sociaal)
                                                            II. Vruchtbaarheidscijfer
                                                            III. Gem. aantal kinderen per vrouw
                                                            IV. Kindersterfte


Slide 4 - Slide

Vruchtbaarheidscijfer

Slide 5 - Slide

Op naar een filmpje over demografie
Statistische demografische gegevens met humor gebracht door Hans Rosling (wetenschapper en oprichter van Gapminder)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Demografische kenmerken en indicatoren
Kenmerk                                        Indicator
Leeftijdsopbouw                    Demografische druk 
                                                        Vergrijzing
                                                       Ontgroening


Slide 8 - Slide

Bevolkingsdiagrammen
Geboorteoverschot
Er worden meer kinderen geboren dan dat er mensen overlijden. 
Sterfteoverschot
Er gaan meer mensen dood dan dat er kinderen geboren worden

Slide 9 - Slide

Demografische druk
Wat valt je op als je naar de demografische druk in de wereld kijkt?

Slide 10 - Slide

Demografische druk
Groene druk
door een
hoog
geboorte
cijfer

Slide 11 - Slide

Demografische druk
Grijze druk
door een 
hoog 
sterfte
cijfer

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Demografisch Transitimodel

Slide 14 - Slide

5 Fasen van de demografische transitie
FASE 1; agrarisch-ambachtelijke fase 
Hoog geboortecijfer (reservekinderen/ gezinsinkomen/ aanzien /geloof) 
- Nog geen emancipatie van vrouwen en geen geboortebeperking. 

Hoog sterftecijfer (slechte hygiëne, medische kennis, honger en ziekten)  

Slide 15 - Slide

5 Fasen van de demografische transitie
FASE 2. proletarische fase
Bevolkingsgroei is explosief
Sterftecijfer daalt (betere hygiëne, verbeterde medische zorg, riolering).

Geboortecijfer blijft hoog   

Slide 16 - Slide

5 Fasen van de demografische transitie
FASE 3. moderne fase
Bevolkingsgroei zet door, maar minder explosief. 

Sterftecijfer daalt minder snel, maar het geboortecijfer begint ook af te nemen. Met name in de stedelijke gebieden.

Slide 17 - Slide

5 Fasen van de demografische transitie
FASE 4. postindustriële fase 
 Geboorte en sterftecijfer zijn weer in evenwicht, maar lager dan in fase 1. 
- Bevolking groeit langzaam. 
- Laag sterftecijfer 
(Voedselvoorziening en gezondheidszorg op hoog niveau) 
- Laag geboortecijfer
(vrouwenemancipatie; studeren, carrière maken en laat trouwen). 

Slide 18 - Slide

5 Fasen van de demografische transitie
FASE 5.  vergrijzingsfase
Sterfteoverschot. 
Hogere levensverwachting zorgt voor enorme vergrijzing in westerse landen, dit zorgt voor hogere sterftecijfers. 

Bevolkingsbeleid moet zorgen voor hoger geboortecijfer. 

Slide 19 - Slide

Demografische transitie

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het demografisch transitiemodel
A
Geeft een overgang aan van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers.
B
Geeft een overgang aan van lage naar hoge geboorte- en sterftecijfers.
C
Geeft een transitie aan van een grote groei naar een kleine groei.
D
Geeft de sociale bevolkingsgroei weer.

Slide 22 - Quiz

Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter

Slide 23 - Quiz

Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer

Slide 24 - Quiz

Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 25 - Quiz

In fase 1 van de demografische transitie is er
A
geen bevolkingsgroei
B
grote bevolkingsgroei
C
geringe bevolkingsgroei
D
bevolkingskrimp

Slide 26 - Quiz

Welke fase van het demografisch transitiemodel?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 27 - Quiz


DEMOGRAFISCHE TRANSITIE
A
Chili zit in fase 1
B
Chili zit in fase 2
C
Chili zit in fase 3
D
Chili zit in fase 4

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Demografische kenmerken en indicatoren
Kenmerk                                        Indicator
Bevolkingsspreiding        I. bevolkingsdichthei
                                                   II. verstedelijkingsgraad
                                                  III. verstedelijkingstempo
                                                        

Slide 30 - Slide

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen

Slide 31 - Quiz

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het gemiddelde aantal inwoners
B
Het gemiddelde aantal inwoners per km2
C
Hoeveel bevolking er is
D
Hoeveel mensen in een huis wonen

Slide 32 - Quiz

Wat is natuurlijke bevolkingsgroei
A
Dat de bevolking snel groeit
B
Het aantal immigranten min het aantal emigranten
C
Het aantal geboorten min het aantal sterfte gevallen
D
Het aantal geboorten in een jaar

Slide 33 - Quiz

Bij sociale bevolkingsgroei.....
A
is het aantal immigranten groter dan het aantal emigranten
B
is het aantal immigranten kleiner dan het aantal emigranten

Slide 34 - Quiz

Wat is bevolkingsspreiding?
A
De hoeveelheid mensen op 1 km2
B
De toename van het inwonersaantal in een bepaald land of gebied gedurende een bepaalde tijd
C
De verdeling van mensen in een gebied
D
Verwachte ontwikkeling van de bevolking in de toekomst

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Slide