What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Schrijven - 2F
Indeling
Vallicia - Aeisha Tk - Jaydon Sasja - Riyag
Marcella - Joy Nasteeho - Jacomein Aza - Samuel
Jesse - Kirsten Ashley - Saraja Romy - Emma
Lindsay
DOCENT
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Indeling
Vallicia - Aeisha Tk - Jaydon Sasja - Riyag
Marcella - Joy Nasteeho - Jacomein Aza - Samuel
Jesse - Kirsten Ashley - Saraja Romy - Emma
Lindsay
DOCENT
Slide 1 - Slide
WELKOM!
Afspraken:
- Je hebt je jas uit en je tas is van tafel.
- We eten niet in de klas.
- Telefoon (en evt. oortjes) gaat in je tas.
Slide 2 - Slide
Nog even benadrukken...
Geen boek ?
Huiswerk niet gemaakt ?
-> Niet welkom in de les
-> Op afwezig
-> Extra opdracht
Slide 3 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Onderdeel schrijven
- Terugblik vorige les
- Uitleg formeel - informeel
- Oefening
- Opdracht maken
- Terugblik
- Huiswerk
Slide 4 - Slide
Vorige les: soorten schrijfdoelen
Informerende tekst
Instruerende tekst
Overtuigende tekst
Slide 5 - Slide
Informerende tekst:
- Lezer informatie geven.
- Eerst afvragen wat de lezer moet weten.
- Informatie verzamelen.
Slide 6 - Slide
Instruerende tekst:
- Lezer laten weten hoe hij iets moet doen.
- Eerst afvragen wat de lezer moet weten.
- Informatie verzamelen.
- Stapsgewijs omschrijven.
- Gebiedende wijs.
Slide 7 - Slide
Overtuigende tekst:
- Je wilt dat de lezer het eens is met jouw standpunt.
- Eerst afvragen welke argumenten je gaat gebruiken.
Slide 8 - Slide
Doelgroep
Doelgroep is de groep mensen voor wie je een tekst schrijft.
Omdat je rekening moet houden voor welke doelgroep je schrijft, moet je een goed beeld hebben van de doelgroep.
Slide 9 - Slide
Wat is informeel taalgebruik?
- Taal wanneer je tegen iemand 'je' zegt
of bij de voornaam noemt.
- Informeel taalgebruik is wat losser.
Slide 10 - Slide
Wanneer gebruik je informeel taalgebruik?
- Als je tegen iemand praat of naar iemand schrijft en je tekst over alledaagse dingen gaat.
- Bij vrienden, bekenden en leeftijdsgenoten.
Slide 11 - Slide
Wat is formeel taalgebruik?
- Formeel taalgebruik is netjes en de toon is beleefd.
- Je spreekt diegene aan met 'u'.
Slide 12 - Slide
Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Als je tegen iemand praat of naar schrijft die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent.
Bij een tekst over zakelijke dingen.
Bij een volwassene, een vreemde of de koning.
Slide 13 - Slide
Bedenk eens een voorbeeld van formeel en informeel taalgebruik?
Tijdens je zaterdagbaan?
Op school?
Bij je familie?
Bij je sportclub?
Slide 14 - Slide
Beste Lianne,
A
formeel
B
informeel
Slide 15 - Quiz
Deze foto is
A
Formeel
B
Informeel
Slide 16 - Quiz
Geachte heer De Winter,
A
formeel
B
informeel
Slide 17 - Quiz
Een klasgenoot van de basisschool.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 18 - Quiz
Wat is de betekenis van formeel:
A
niet officieel
B
officieel
C
Iets met meel
D
Hoe je je moet gedragen
Slide 19 - Quiz
Deze foto is:
A
Formeel
B
Informeel
Slide 20 - Quiz
Wat is de betekenis van informeel?
A
Officieel
B
Hoe je je moet gedragen
C
niet officieel
Slide 21 - Quiz
Een docent.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 22 - Quiz
Een arts in het ziekenhuis.
A
Formeel
B
Informeel
C
Geen van beide
D
Allebei
Slide 23 - Quiz
Voorbeeldzinnen
Hallo, weet u waar de dierentuin is?
Waar is de dierentuin?
Mevrouw, mag ik u iets vragen? Kunt u mij vertellen hoe ik bij de dierentuin kom?
Slide 24 - Slide
Voorbeeldzinnen
Hey Mark, mag ik nu even de bal?
Zeg Mark, geef die bal eens!
Hey Mark mag ik alstublieft nu even met de bal iets aan u laten zien?
Slide 25 - Slide
Wat? Opdracht maken
Hoe? Individueel
Hulp? Vinger opsteken
Tijd? 10 minuten
Uitkomst?
OPDRACHT
Wat? Je maakt opdracht 1 en 2 van het werkblad.
Hoe? Gebruik je kennis over doelgroepen en formele/informele taalgebruik.
Hulp? Steek je hand op, dan kom ik helpen.
Tijd? 10 minuten
Uitkomst? Je kan zinnen maken voor verschillende doelgroepen.
Klaar? Start met het lezen van hoofstuk 4.3 (vanaf bladzijde 74).
Slide 26 - Slide
Tot slot...
LESDOEL
HUISWERK:
Je leest
theorie 6 & 7.
Je maakt opdracht 12 (met z'n tweeën).
Je maakt opdracht 13 individueel.
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Formeel & informeel
September 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formeel & informeel, les 2
September 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formeel & informeel, les 2
November 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formeel & informeel, les 2
September 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Formeel & informeel taalgebruik
November 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2.2 - week 45
November 2020
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
417AK - Artikel schrijven
November 2020
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Hudson les 2 maart
March 2021
- Lesson with
40 slides
Taal
Basisschool
Groep 8