Bij mij thuis
1 / 20
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Mijn (t)huis
Slide 6 - Mind map
Wat is het eerste dat je zegt of roept wanneer je thuiskomt?
Slide 7 - Open question
Wanneer voel je je ergens thuis?
Slide 8 - Open question
Wat is jouw favoriete plek in huis?
Slide 9 - Open question
Welke voorwerpen maken van
jouw huis jouw thuis?
jouw huis jouw thuis?
Slide 10 - Open question
Welk woord rijmt op 'boek'?
A
fiets
B
tafel
C
koek
D
hond
Slide 11 - Quiz
Welk woord rijmt op 'huis'?
A
auto
B
boom
C
muis
D
stoel
Slide 12 - Quiz
Welk woord rijmt op 'zon'?
A
taart
B
lamp
C
ton
D
vogel
Slide 13 - Quiz
Welk woord rijmt op 'kast'?
A
vork
B
vliegtuig
C
past
D
stoep
Slide 14 - Quiz
Welk woord rijmt op 'bal'?
A
hond
B
dal
C
fiets
D
tas
Slide 15 - Quiz
Welk woord rijmt op 'hond'?
A
kat
B
schip
C
vogel
D
pond
Slide 16 - Quiz
Welk woord rijmt op 'tafel'?
A
stoel
B
wafel
C
kast
D
lamp
Slide 17 - Quiz
Welk woord rijmt op 'vliegen'?
A
wiegen
B
zwemmen
C
springen
D
lopen
Slide 18 - Quiz
Welk woord rijmt op 'banaan'?
A
anaan
B
appel
C
citroen
D
peer
Slide 19 - Quiz
Welk woord rijmt op 'bloem'?
A
steen
B
boom
C
gras
D
zoem
