Je kent de belangrijkste duurzame energiebronnen en je weet dat die ook nadelen hebben.
Je begrijpt waarom er een energietransitie nodig is en op welke andere manieren je de uitstoot van broeikasgassen kunt beperken.
Je kunt in een discussie uitleggen waarom critici twijfelen aan de haalbaarheid van de klimaatdoelstellingen van Parijs en waarom er voor landen in ontwikkeling andere klimaatafspraken gelden.
Je beheerst de stof van dit onderdeel.