1A

Bonjour 2VA
Qu'est-ce qu'on va faire?

- Vocabulaire A, page cinquante 
- Le voyage surprise, page 23
- En ....... / Au ..... / Aux ......
-Woordvolgorde Frans


Prends ton livre,
ton iPad est fermé (dicht)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bonjour 2VA
Qu'est-ce qu'on va faire?

- Vocabulaire A, page cinquante 
- Le voyage surprise, page 23
- En ....... / Au ..... / Aux ......
-Woordvolgorde Frans


Prends ton livre,
ton iPad est fermé (dicht)

Slide 1 - Slide

Apprendre (leren) les vocabulaires 

Pourquoi c'est très important d'apprendre les vocabulaires?

Slide 2 - Slide

Apprendre (leren) les vocabulaires 

Pourquoi c'est très important d'apprendre les vocabulaires?

10 minutes 

Slide 3 - Slide

Apprendre vocabulaire A, page cinquante 


timer
10:00

Slide 4 - Slide

Faire 
Puis:
           5abc: écoute le dialogue (page vingt-trois)
           Wat betekent de kop en de eerste zin?

L'histoire

Slide 5 - Slide

La France

Slide 6 - Slide

Des pays en français
NL: Frankrijk, Marokko, België
FR: La France, Le Maroc, La Belgique (altijd met lidwoord)

Ik ga naar Frankrijk = Je vais en France
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in/naar"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


Slide 7 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in" of "naar"
L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne

Slide 8 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France

Slide 9 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre

Slide 10 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne

Slide 11 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne
En Belgique!!

Slide 12 - Slide

Des pays en français
Bij "vrouwelijke" landen gebruik je "EN" voor het woord "in"

L'Espagne / La France / L'Angleterre/ L'Allemagne/La Belgique


En Espagne
En France
En Angleterre
En Allemagne
En Belgique!!
Bij 'LA' gebruik je 'EN'!

Slide 13 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc

Slide 14 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc
Au Portugal

Slide 15 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark


Au Maroc
Au Portugal
Au Danemark

Slide 16 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark /Le Luxembourg


Au Maroc
Au Portugal
Au Danemark
Au Luxembourg

Slide 17 - Slide

Des pays en français
Bij "mannelijke" landen gebruik je "AU" voor het woord "in"

Le Maroc / le Portugal / le Danemark /Le Luxembourg


Au Maroc
Au Portugal
Au Danemark
Au Luxembourg
Bij 'LE' gebruik je 'AU'!

Slide 18 - Slide

Des pays en français
Bij landen die in het meervoud zijn gebruik je "AUX" voor het woord "in"

Les Pays-Bas / les États-Unis 


Aux Pays-Bas
Aux États-unis 

Slide 19 - Slide

Dus:
Bij "vrouwelijke" landen 

Bij "mannelijke" landen

Bij landen met "les"
EN France
AU Luxembourg
AUX Pays-Bas

Slide 20 - Slide

Dus:
Bij "vrouwelijke" landen 

Bij "mannelijke" landen

Bij landen met "les"
EN France
AU Luxembourg
AUX Pays-Bas
Pak nu je iPad

Slide 21 - Slide

J'ai été ........ (in) France (V)
A
au France
B
à la France
C
aux France
D
en France

Slide 22 - Quiz

J'ai été ........ (in) Pays-Bas (mv)
A
au Pays-Bas
B
à la Pays-Bas
C
aux Pays-Bas
D
en Pays-Bas

Slide 23 - Quiz

Nous avons été ........ (in) Norvège (V)
A
en Norvège
B
à la Norvège
C
aux Norvège
D
au Norvège

Slide 24 - Quiz

J'ai été ........ (in) Portugal (m)
A
au Portugal
B
à la Portugal
C
aux Portugal
D
en Portugal

Slide 25 - Quiz

Woordvolgorde van zinnen 
Altijd eerst het onderwerp + alle werkwoorden + rest (tijd/plaats aan het einde)
J'ai passé de bonnes vacances á Nice
Ik heb een leuke vakantie in Nice gehad
Tu as acheté une banane hier
Heb jij gisteren een banaan gekocht?
Mes amis ont visité le village
Mijn vrienden hebben het dorp bezocht 

Slide 26 - Slide

Woordvolgorde van zinnen 
Het onderwerp + alle werkwoorden + rest (tijd/plaats aan het einde)

J'ai passé de bonnes vacances á Nice
Ik heb een leuke vakantie in Nice gehad
Tu as acheté une banane hier
Heb jij gisteren een banaan gekocht?
Mes amis ont visité le village
Mijn vrienden hebben het dorp bezocht 

Slide 27 - Slide

Zet in de juiste volgorde:
à Paris-ont-mes parents -été

Slide 28 - Open question

Klopt deze zin?
J'ai une banane acheté
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Mes parents ont passé de bonnes vacances
B
Mes parents ont de bonnes vacances passé

Slide 30 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Ils ont voyagé en Angeleterre
B
Ils ont en Angleterre voyagé

Slide 31 - Quiz

Faire / les devoirs
Prends ton livre, 
Apprendre Vocabulaire A, page cinquante
Faire: 6a + 7a
Tip: houd het leren van de woordjes bij.
         


Slide 32 - Slide