4TLfa - di. 5/11/2024

4TL - di. 5/11/2024
1)                                                - is iedereen er?
2)   Gele Woordjes! 
3)   Terugkijken: Hfd. 2: Ecrire - Taak: rode opdr. zijn belangrijk!   
4)   Voca A  en Phrases-clés
5)  de meest voorkomende werkwoorden
6)  Taakwerk     




1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4TL - di. 5/11/2024
1)                                                - is iedereen er?
2)   Gele Woordjes! 
3)   Terugkijken: Hfd. 2: Ecrire - Taak: rode opdr. zijn belangrijk!   
4)   Voca A  en Phrases-clés
5)  de meest voorkomende werkwoorden
6)  Taakwerk     




Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Gele woordjes
la vie  = het leven
heureux = gelukkig
malheureux = ongelukkig
quelque chose = iets

Het leven is simpel: Ben je gelukkig?  Ja > ga door / Nee, verander iets

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hfd. 2 : Examentraining Ecrire
A. Réagir et répondre
Voeux          : opdr. 3, 4
Invitations : opdr. 5 t/m 9
Opinions     : opdr. 10 t/m 12


dagen / maanden / woordvolgorde v zinnen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

de maanden van het jaar

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

volgorde in het Frans:
(tijd /plaats) - onderwerp - alle ww - lijd. vwp - meewerkend ww. - (tijd/ plaats)

(Demain,) Je vais donner un cadeau à ma mère (demain)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

de présent van de 3 belangrijkste groepen regelmatige werkwoorden : 

Slide 12 - Slide

de présent van de belangrijkste
onregelmatige werkwoorden

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

vouloir - willen
je veux = ik wil
tu veux = jij wilt
il/elle/on veut = hij/zij/men wil
nous voulons = wij willen
vous voulez = jullie willen
ils veulent - zij willen
elles veulent - zij willen

Slide 15 - Slide



je prends = ik neem
tu prends = jij neemt
il prend = hij neemt
elle prend = zij neemt
on prend = men neemt
nous prenons = wij nemen
vous prenez = jullie nemen
ils prennent = ze nemen
elle prennnent = ze nemen



je viens = ik kom
tu viens = jij komt 
il vient = hij komt
elle vient = zij komt 
on vient = men komt
nous venons = wij komen
vous venez = jullie komen
ils viennent = ze komen
elles viennent = ze komen
prendre = nemen
venir = komen  

Slide 16 - Slide

Taakwerk week 45
maken: 
- opdr. 1 t/m 13 maken
- inleveren: opdr. 4 en 13
leren: 
- Eb. blz. 58: voca A N/F
- Eb. blz. 197:  Chapitre 2 : Phrases-clés – Uitnodigen en
   reageren - N/F leren
- de meest voorkomende ww 

Slide 17 - Slide

Blijven zitten om over te gaan

Slide 18 - Slide