Rekenen D5 Paragraaf 5.5 en 5.6



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 7
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson



Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



Hoofdstuk 5 Omgaan met kwantitatieve informatie
Paragraaf 5.5 en 5.6


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
   Toets 4
 Domein 5
Examen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P4.1 + 4.2
P4.3 + 4.4
P4.5 + GO
TOETS
P5.1 + 5.2
P5.3 + 5.4
P5.5 + 5.6
P5.7 + 5.8
TOETS
EXAMEN
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis activeren
Uitleg par. 5.5 en 5.6 Gegevens verwerken
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 5.5 en 5.6
Kennis chechek
Maken van gezamenlijke examenopdracht
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen
Enquete!

Slide 3 - Slide

https://forms.gle/3asyx6kFjkGW2aht5

Korte introductie les 7

Leerdoel paragraaf 5.5 Andere soorten diagrammen

  • Je kent verschillende soorten diagrammen, schema´s en roosters.


Leerdoel paragraaf 5.6 Gegevens verwerken

  • Je kan gegevens verzamelen, ordenen en weergeven.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions


Welke stelling(en) is/zijn waar?
timer
6:00
A
B
C
D

Slide 5 - Slide

Alleen stelling B is waar.
 

Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de vier opdrachten van de korte route.
  • Lever de opdrachten voor het eind van de les in.
Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 5.5

Leerdoelen


  • Je kan andere soorten diagrammen aflezen.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
De ringweg A10 rond het centrum heeft vier afslagen.

Slide 8 - Slide

De stelling is niet waar.

De A10 heeft vijf afslagen: die naar de A1, de A2, de A4, de N200 en de A8.
Op welke weg staat een file?

Slide 9 - Slide

Op de N200 naar Haarlem
Je staat geparkeerd op de S102 en je moet naar Haarlem. Beschrijf welke wegen je neemt en geef aan waar je rechts- of linksaf moet.

Slide 10 - Slide

Je neemt eerst de A10. Bij de tweede kruising ga je rechts de A4 op. Bij de eerste kruising ga je rechts de A9 op. 

Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 5.5.
  • Meld je op de afgesproken tijd voor de uitleg.
 

timer
30:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 5.6

Leerdoelen


  • Je kan gegevens ordenen, verzamelen en weergeven.



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
De groep niet-herbruikbaar afval is kleiner dan de groep die herbruikbaar is.

Slide 13 - Slide

De stelling is waar.
Waar of niet waar?
Plastic is verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de totale hoeveelheid restafval.

Slide 14 - Slide

De stelling is waar.
Welke drie groepen zijn samen verantwoordelijk voor de helft van het restafval?

Slide 15 - Slide

Niet-herbruikbaar afval, groente, fruit en tuinafval en oud papier en karton. 

Aan het werk via de basisroute
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak de opdrachten van par. 5.6.
  • Meld je op de afgesproken tijd voor de examenopdracht.
 

timer
30:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Paragraaf 5.5 en 5.6 Oefenen voor het examen
Bij het maken van je examen kijken examinatoren niet alleen naar of je het juiste antwoord op de vraag kan geven. Zij willen ook weten hoe je tot dat antwoord bent gekomen. Dat kan je laten zien door uitleg te geven of een berekening te maken. Dat oefenen we bij het maken van de wekelijkse examenopdracht en bij de toetsen aan het eind van ieder domein. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


Examenopdracht
timer
10:00
a. Bereken hoeveel procent van de omzet van Cordaid op jaarbasis afkomstig is van donateurs.

b. In Nederland wonen op dit moment 18 miljoen mensen. Bereken welk bedrag er door de Nederlandse overheid per inwoner van Nederland aan Cordaid wordt betaald.
Rond af op een geldig bedrag.
 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a

Bereken de totale jaaromzet van Cordaid
97,7 + 25,8 + 41,2 + 11 + 12,6 = 188, 3 miljoen = 188 300 000

Bereken wat het percentage is van de donateurs
100 : 188 300 000 x 25 800 000 = 13,7% of
25 800 000 : 188 300 000 x 100 = 13,7%



Wat weet je al?
Je weet de jaaromzet van Cordaid per groep.
Die staat vermeld naast de cirkeldiagram.

Je weet de jaaromzet van de groep donateurs.
Die bedraagt 25,8 miljoen.
bedrag in €
  188 300 000
   25 800 000
percentage
        100
          ?
bedrag in €
  25 800 000
  188 300 000
percentage
         ?
        100

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht b

Bereken het bedrag per inwoner
97 700 000 : 18 000 000 = 5,427...

Rond af op een geldig bedrag
5,427... = € 5,43



Wat weet je al?
Je weet de jaaromzet van de Nederlandse overheid.
Dat is 97,7 miljoen euro.

Je weet hoeveel inwoners Nederland heeft.
Dat zijn er 18 miljoen.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions


Heb je je leerdoelen gehaald?
Leerdoel paragraaf 5.5 Andere soorten diagrammen
  • Je kent verschillende soorten diagrammen, schema´s en roosters.

Leerdoel paragraaf 5.6 Gegevens verwerken
  • Je kan gegevens verzamelen, ordenen en weergeven.



Volgende week

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Opdracht
Je stapt om 10:50 uur uit bij de bushalte bij de rode
pijl. Om 11:15 uur heb je een afspraak bij een bedrijf
aan het eind van de Kennedylaan. De afstand die je
in totaal aflegt is 2,6 kilometer.

a. Beschrijf de route van de bushalte naar het bedrijf.
Maak daarbij gebruik van de juiste richtingaanduiding
en windrichting.

b. Bereken of je op tijd bij de afspraak bent. Maak
daarbij gebruik van de referentiemaat voor het 
gemiddelde wandeltempo. 

Slide 22 - Slide


Alleen stelling B is waar.
 

Uitwerkingen
Opdracht a
  • Je gaat linksaf de Veenweg op.
  • Je loopt in zuidelijke/zuidwestelijke richting.
  • Je steekt over bij de kruising.
  • Je neemt de eerste straat links.
  • Je loopt in oostelijke/zuidoostelijke richting.
  • Je neemt vervolgens de vierde straat rechts.
  • Je loopt de Kennedylaan uit. 
  • Je hebt je bestemming bereikt.

Opdracht b
60 : 5 x 2,6 = 31,2 minuten. Je stapt om 10:50 uur uit en hebt om 11:15
een afspraak. Je wandeling duurt ruim een half uur. Je bent dus te laat.
afstand in km
           5
       2,6
tijd in minuten
         60
         ?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions