What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
woensdag 11 sept
woensdag 11 september
Woorden vandaag; de agenda
de aanbieding
bewolkt
binnen
brengt rond
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
ISK
This lesson contains
28 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
woensdag 11 september
Woorden vandaag; de agenda
de aanbieding
bewolkt
binnen
brengt rond
Slide 1 - Slide
de agenda
Het noteren van een activiteit.
De dag en hoe laat je moet zijn.
de agenda. - de agenda's
Zin;
Morgen gat ik naar de tandarts, ik zal het in mijn agenda zetten.
Slide 2 - Slide
de aanbieding
In de winkel is de groenten goedkoper.
Zin;
1. De appels zijn in de aanbieding. Ze zijn vandaag extra goedkoop.
2. Er zijn aanbiedingen in de
supermarkt deze week.
Slide 3 - Slide
bewolkt
Als er veel wolken in de lucht zijn.
Zin;
1. Morgen is het bewolkt, maar ' s middags gaat de zon weer schijnen.
2. Wij gaan niet naar het strand morgen, het is dan bewolkt.
Slide 4 - Slide
binnen
In een gebouw is binnen, als je naar buiten gaat ben je niet meer binnen.
Zin;1. Het is koud buiten, kom snel naar binnen.
2. Het is warmer binnen dan buiten.
Slide 5 - Slide
brengt rond
Als je iets rond brengt dan loop je van 'e'en plaats naar de andere.
Ik breng rond. - je brengt rond. - wij /zij brengen rond
Zin;
1. Hij brengt elke ochtend de krant rond.
2. Zullen wij de koffie rond brengen voor
de bejaardenhuis?
Slide 6 - Slide
Wat is het woord?
Het is te koud buiten, ik blijf ............... .
Slide 7 - Slide
Je geeft iedereen de krant.
--------------- --------------
Slide 8 - Slide
Kijk naar de lucht, ik denk dat het gaat regenen.
----------------------------
Slide 9 - Slide
Er is ................... in de supermarkt, alles twee voor een.
----------------------------
Slide 10 - Slide
Morgen heb ik vier afspraken, er kan niets meer bij.
----------------------
Slide 11 - Slide
donderdag 12 september
woorden vandaag; bekend
buiten
bushalte
in de buurt
dicht
Slide 12 - Slide
bekend
Je kent de buurt goed.
zin;
Mevrouw, bent u hier bekend? Ik zoek de Molenstraat.
Nee mevrouw, ik ben hier niet bekend.
Slide 13 - Slide
buiten
Als je niet de hele dag in een gebouw blijft dan ga je naar buiten in de open lucht.
Zin;
Wij gaan lekker naar buiten even wandelen.
Slide 14 - Slide
bushalte
Als je de bus moet halen ga je vaak bij een bushalte wachten op de bus in een bushalte.
Zin; Zullen we in de bushalte op de bus wachten? Dan staan we lekker droog.
Slide 15 - Slide
in de buurt
Iets of iemand is niet ver weg, dan is het / hij in de buurt.
De gebouwen zijn in de buurt van de een park. Dan is de park dichtbij.
Slide 16 - Slide
dicht
Als je het koud hebt dan doe je de deur dicht.
Een computer moet je ook dicht doen als je
klaar bent.
Zin;
Jan is naar de winkel maar het is zeven uur, de winkel gaat dicht om zes uur.
Slide 17 - Slide
Je wacht op de bus.
---------------
Slide 18 - Slide
Je gaat even wandelen, frisse lucht halen.
---------------
Slide 19 - Slide
Bent u hier ...................?
---------------
Slide 20 - Slide
Je bent niet ver weg van de trein station.
---------------
Slide 21 - Slide
Ik wilde een boek halen bij de bibliotheek maar het was ........... .
---------------
Slide 22 - Slide
vrijdag 13 september
woorden vandaag; echt
de fiets
fietsen
gelukkig
gisteren
Slide 23 - Slide
echt
Als iets waar is.
Welke van deze twee afbeeldingen is echt?
Zin;
' Meen je dat echt?'
' Ik heb het echt niet gedaan.'
Slide 24 - Slide
de fiets
Om van huis naar de winkel te gaan of school / werk ga je op de fiets. Dit heeft twee wielen om vooruit te gaan
Ik ga iedere dag op de fiets naar school toe.
Slide 25 - Slide
fietsen
Leerlingen fietsen naar school.
Ik fiets - jij fietst - wij fietsen
Wij fietsen samen naar school.
Mijn oma fietst naar de winkel.
Slide 26 - Slide
gelukkig
Je bent positief, je lacht, je voelt je goed en alles gaat goed met jou. Dan ben je gelukkig, meestal
Zin;
De jongen is gelukkig want hij is heel blij en lacht veel.
Hij voelt zich goed.
De vrouw kijkt niet gelukkig, ze ziet er ongelukkig uit.
Slide 27 - Slide
gisteren
Vandaag is donderdag en gisteren was woensdag.
De dag voor maandag is ............... .
Zin;
Gisteren was ik heel laat thuis. Ik ging naar een feest.
Gisteren kreeg ik een cadeau voor mijn verjaardag.
Vandaag ben ik niet meer jarig.
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 1 woordenschat
September 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Woordenkennis
March 2023
- Lesson with
20 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 4 wonen Hoofdstuk 2 lezen
September 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Economie lesjesavond
October 2022
- Lesson with
16 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
thema 7 dag 4
September 2022
- Lesson with
45 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Economie lesjesavond
February 2024
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H2: Wat voor consument ben jij?
October 2019
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Dit is mijn buurt: vragen
September 2024
- Lesson with
14 slides
NT2
NT2, KNM
Praktijkonderwijs
ISK
Leerjaar 1