7.1 Bladeren en 7.2 stengels en wortels BB

Thema 7 Planten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 7 Planten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Uitleg basisstof 7.1
Maken huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
-Je kunt de bouw van bladeren beschrijven.
-Je kunt de functie van bladeren beschrijven.



Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 3 - Slide

Blad
Een blad bestaat voor het grootste deel uit bladmoes, hierin zitten de bladgroenkorrels.

Door het blad lopen nerven. De functie van de nerven zijn het vervoeren van stoffen.



Slide 4 - Slide

Wat zie je hier?
A
Celkern en bladgroenkorrels
B
Cel van een plant
C
Zaadje van een plant
D
Bloem van een plant

Slide 5 - Quiz

Plantencellen leven!
Onderdelen van een plantencel

Slide 6 - Slide

Waar lijkt dit op?

Slide 7 - Slide

Blad
De opperhuid van het blad bestaat uit een dunne laag cellen. Deze beschermt tegen uitdroging en ziekteverwekkers.


Slide 8 - Slide

Huidmondjes

Slide 9 - Slide

Huidmondjes
= kleine openingen die gassen het blad in en uit laten gaan

Denk hierbij aan koolstofdioxide, waterdamp en zuurstof 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Fotosynthese
-Bij voldoende licht
-Goede temperatuur

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Eetbare bladeren
Glucose is een energierijke stof:
-Energie van de zon is vastgelegd in glucose
-Van glucose maakt de plant weer andere energierijke stoffen

Slide 14 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 10 t/m 16
Maak opdracht 1, 2, 3 (WB), 4, 

Klaar? 
-Lees "om te onthouden" en vertel het in eigen woorden na
-Oefen de begrippen (flitskaarten)
-Maak de test jezelf







Slide 15 - Slide

bladmoes
nerf
hoofdnerf

Slide 16 - Drag question

CO2
O2

Slide 17 - Drag question

Leerdoelen 

Basisstof 2 Stengels en wortels

7.2.1 Je kunt drie functies van wortels beschrijven.
7.2.2 Je kunt twee functies van stengels beschrijven.
7.2.3 Je kunt de werking van houtvaten en bastvaten beschrijven.
7.2.4 Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen.

Slide 18 - Slide

Waarom heeft een plant wortels?

Slide 19 - Slide

Functie wortels
De wortels zorgen ervoor dat de plant goed vastzit in de grond. 

De wortels zijn ook een opslag  plaats voor reservestoffen.
Sommige wortels kan je eten. 

Ook nemen wortels water en mineralen op uit de bodem.

Slide 20 - Slide

Bouw van wortels
Alle wortels samen noemen we het wortelstelsel:

  • hoofdwortel
  • zijwortel
  • wortelharen

Slide 21 - Slide

Stengels
De stengels van de plant zorgen voor stevigheid en transport van stoffen. 

De vaten vervoeren water met opgeloste stoffen naar de overige delen van de plant. 
Dit noem je transport

Om de vaten liggen vezels deze zorgen voor stevigheid.

Slide 22 - Slide

De vezels zorgen voor stevigheid en wordt veel gebruikt in producten.
Je hebt eetbare stengels.
Een knol is een verdikte stengel denk bijvoorbeeld aan de aardappel.

Slide 23 - Slide

Houtvaten
Houtvaten vervoeren water en mineralen vanuit de wortels naar de bladeren.

Water gaat via de houtvaten door de stengels naar de bladeren.

Water verdampt door de huidmondjes uit de bladeren. 

Er ontstaat zo een stroom van water in de plant, van de wortels naar de bladeren.

Slide 24 - Slide

Bastvaten

In de bladeren wordt glucose gemaakt. Glucose is een suiker.
 Suikers lossen op in water. 

Bastvaten vervoeren water met opgeloste suikers vanuit de bladeren naar de overige delen van een plant.

Slide 25 - Slide

Welke route volgt het transport door houtvaten?
Bladeren
stengel
wortels

Slide 26 - Drag question

Waar in de wortel worden reservestoffen vooral opgeslagen?
A
In de hoofdwortel
B
In de zijwortels
C
In de wortelharen

Slide 27 - Quiz

Hoe komen de reservestoffen in de peen?
A
Via de houtvaten
B
Via de bastvaten

Slide 28 - Quiz

Het vocht in de vacuole drukt de cel tegen de celwand aan. De celwand kan maar een klein beetje uitrekken.
De lucht drukt de binnenband naar buiten. De buitenband kan maar een klein beetje uitrekken.

Slide 29 - Slide

De vacuolen zitten vol water.
De vacuolen bevatten weinig water.

Slide 30 - Slide