This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
-gebruik je om van twee losse zinnen één zin te maken
omdat - als - terwijl
gebruik je bij hoofdzin + bijzin
(zinnen waarbij tussen pv en ow nog woorden staan)
Bijvoorbeeld:
Gisteren was ik vrij, omdat de leraren een studiedag hadden.
en - maar - want
gebruik je bij hoofdzin + hoofdzin
(zinnen waarbij pv en ow naast elkaar staan)
Gisteren was ik vrij, want de leraren hadden een studiedag.