Verbes faire, aller

  • Voca
1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Voca

Slide 1 - Slide

Dans ce cours...
  • Verbe faire
  • Verbe aller

Slide 2 - Slide

Faire = maken/doen
je fais = ik maak/doe
tu fais = jij maakt/doet
il fait = hij maakt/doet
elle fait = zij maakt/doet
on fait = men maakt, wij maken
nous faisons = wij maken/doen
vous faites = jullie maken/doen, u maakt/doet
ils/elles font = zij maken/doen

Slide 3 - Slide

Nous ... du sport.
A
faites
B
faisons
C
font
D
fait

Slide 4 - Quiz

L'élève ... ses devoirs.
A
font
B
faisons
C
fais
D
fait

Slide 5 - Quiz

Tu ... du tennis?
A
fais
B
fait
C
faisons
D
faites

Slide 6 - Quiz

Ils ... la cuisine.
A
fais
B
faisons
C
faites
D
font

Slide 7 - Quiz

Vous ... du hockey?

Slide 8 - Open question

Je ... l'exercice.

Slide 9 - Open question

Mes amis ... du foot.

Slide 10 - Open question

Elle ... de la danse.

Slide 11 - Open question

Traduis: Jullie maken het huiswerk

Slide 12 - Open question

Traduis: Zij maken een tekening

Slide 13 - Open question

Traduis: De leerling winkelt

Slide 14 - Open question

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord faire.

Slide 15 - Open question

Aller = gaan
je vais = ik ga
tu vas = jij gaat
il va = hij gaat
elle va = zij gaat
on va = men gaat, wij gaan
nous allons = wij gaan
vous allez = jullie gaan, u gaat
ils/elles vont = zij gaan

Slide 16 - Slide

Il ... au collège.
A
vais
B
vas
C
va
D
vont

Slide 17 - Quiz

Vous ... au cinéma.
A
va
B
vont
C
allons
D
allez

Slide 18 - Quiz

Mes frères ... faire du foot.
A
vont
B
vais
C
va
D
allons

Slide 19 - Quiz

Je ... chez mes grands-parents.
A
va
B
vas
C
vont
D
vais

Slide 20 - Quiz

Nous ... en vacances.

Slide 21 - Open question

Camille ... à vélo.

Slide 22 - Open question

Tu ... à quelle heure?

Slide 23 - Open question

Elles ... faire la grasse matinée.

Slide 24 - Open question

Traduis: Jij gaat naar school

Slide 25 - Open question

Traduis: Wij gaan naar de verjaardag

Slide 26 - Open question

Traduis: De docent gaat beginnen.

Slide 27 - Open question

Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord aller.

Slide 28 - Open question

Fin!

Slide 29 - Slide