What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wiskunde
Wiskunde
Hoofdstuk 7 alle paragrafen
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wiskunde
Hoofdstuk 7 alle paragrafen
Slide 1 - Slide
Wat vind je nog lastig van dit hoofdstuk?
Slide 2 - Open question
Wat is het verschil tussen een zwaartelijn en een hoogtelijn?
Slide 3 - Open question
Wat is een bissectrice?
A
Een lijn die een hoek in twee gelijke delen verdeelt.
B
Een lijn die twee parallelle lijnen snijdt.
C
Een lijn die loodrecht op een andere lijn staat.
D
Een lijn die de omtrek van een cirkel raakt.
Slide 4 - Quiz
Hoeveel bissectrices heeft een driehoek?
A
Twee
B
Drie
C
Eén
D
Geen
Slide 5 - Quiz
Wat is een Z-hoek?
A
Een Z-hoek is een hoek met gelijke zijden.
B
Een Z-hoek is een hoek die eruitziet als de letter Z.
C
Een Z-hoek is een hoek van 90 graden.
D
Een Z-hoek is een hoek die eruitziet als de letter L.
Slide 6 - Quiz
Wat is een F-hoek?
A
Een F-hoek is een hoek met gelijke zijden.
B
Een F-hoek is een hoek die eruitziet als de letter L.
C
Een F-hoek is een hoek die eruitziet als de letter F.
D
Een F-hoek is een hoek van 180 graden.
Slide 7 - Quiz
Wat zijn de eigenschappen van een parallellogram?
A
Twee paar gelijke hoeken
B
Drie paar evenwijdige zijden
C
Alle zijden zijn gelijk in lengte
D
Twee paar evenwijdige zijden
Slide 8 - Quiz
Wat is de som van de hoeken in een parallellogram?
A
180 graden
B
270 graden
C
360 graden
Slide 9 - Quiz
Wat is de diagonaal van een parallellogram?
A
Een lijn die twee niet-aangrenzende hoeken verbindt
B
Een lijn die twee evenwijdige zijden verbindt
C
Een lijn die de middens van de zijden verbindt
Slide 10 - Quiz
Hoeveel zijden heeft een trapezium?
A
4
B
6
C
5
D
3
Slide 11 - Quiz
Wat zijn de overstaande zijden van een trapezium?
A
a en b
B
a en d
C
b en c
D
a en c
Slide 12 - Quiz
Wat is de definitie van een ruit?
A
Een ruit is een cirkel met een omtrek van vier.
B
Een ruit is een driehoek met twee gelijke zijden.
C
Een ruit is een vierhoek met vier rechte hoeken.
D
Een ruit is een vierhoek met vier gelijke zijden.
Slide 13 - Quiz
Wat is de eigenschap van de diagonalen van een ruit?
A
De diagonalen van een ruit zijn loodrecht op elkaar.
B
De diagonalen van een ruit zijn parallel aan elkaar.
C
De diagonalen van een ruit snijden elkaar in het midden.
D
De diagonalen van een ruit zijn even lang.
Slide 14 - Quiz
Wat is de relatie tussen de zijden van een ruit?
A
De zijden van een ruit zijn altijd oneven in aantal.
B
De zijden van een ruit zijn even lang.
C
De zijden van een ruit zijn parallel aan elkaar.
D
De zijden van een ruit kunnen verschillende lengtes hebben.
Slide 15 - Quiz
Hoe bereken je de hoekensom van een driehoek?
A
Vermenigvuldig de hoeken van de driehoek met elkaar.
B
Deel de hoeken van de driehoek door elkaar.
C
Trek de hoeken van de driehoek van elkaar af.
D
Tel de hoeken van de driehoek bij elkaar op.
Slide 16 - Quiz
Wat is de hoekensom van een driehoek?
A
120 graden
B
180 graden
C
90 graden
D
360 graden
Slide 17 - Quiz
Hoeveel hoeken heeft een driehoek?
A
4
B
2
C
3
D
5
Slide 18 - Quiz
Als hoek A en B basishoeken zijn en hoek A is 50 graden hoe groot is hoek C dan?
A
90
B
20
C
70
D
80
Slide 19 - Quiz
Wat is de definitie van som met overstaande hoeken?
A
Een som waarbij de hoeken tegenover elkaar staan
B
Een som waarbij de hoeken elkaar overlappen
C
Een som waarbij de hoeken even groot zijn
D
Een som waarbij de hoeken naast elkaar staan
Slide 20 - Quiz
Wat is de eigenschap van overstaande hoeken?
A
Ze zijn altijd even groot
B
Ze veranderen afhankelijk van de vorm
C
Ze zijn altijd 180 graden
D
Ze zijn altijd verschillend
Slide 21 - Quiz
Welke figuur heeft geen overstaande hoeken?
A
Trapezium
B
Parallellogram
C
Driehoek
D
Rechthoek
Slide 22 - Quiz
Wat zijn eigenschappen van een vlieger?
Slide 23 - Open question
Wat zijn de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek?
A
Alle hoeken zijn even groot
B
Twee hoeken zijn even groot
C
Alle zijden zijn even lang
D
Twee zijden zijn even lang
Slide 24 - Quiz
Wat is de definitie van een gelijkbenige driehoek?
A
Een driehoek met drie gelijke zijden
B
Een driehoek met twee gelijke hoeken
C
Een driehoek met drie gelijke hoeken
D
Een driehoek met twee gelijke zijden
Slide 25 - Quiz
Heb je nog vragen?
Slide 26 - Open question
More lessons like this
Eigenschappen van vlakke figuren
April 2018
- Lesson with
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
Herhaling - H1
October 2024
- Lesson with
23 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 1 Vlakke figuren
September 2023
- Lesson with
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Eigenschappen van vlakke figuren
October 2017
- Lesson with
30 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
GL2 Herhaling vlakke figuren
November 2022
- Lesson with
16 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
quiz 2bk Namen van vlakke figuren
September 2023
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
VLAKKE FIGUREN: Wat heb je geleerd? LES 5
September 2021
- Lesson with
48 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
1th EO
June 2018
- Lesson with
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2