What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Schaal
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Schaal
Slide 2 - Slide
Waar kom je schaal tegen?
Slide 3 - Mind map
Waar kom je een schaal tegen?
Slide 4 - Slide
Doelen van deze les:
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
1 : 30
1 staat tot 30
1 cm is in werkelijkheid 30 cm
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
Op de foto is de uitkijktoren 5 cm hoog. De schaal is 1 : 200.
Hoe hoog is de toren in werkelijkheid?
Slide 11 - Slide
Nu andersom
Deze uitkijktoren is in het echt 20 meter hoog.
We tekenen de toren met een schaal van 1 : 100
Hoe groot is de toren op de foto?
Slide 12 - Slide
Dus:
schaal 1: 250
afbeelding omrekenen naar werkelijkheid x 250
werkelijkheid omrekenen naar afbeelding : 250
Slide 13 - Slide
Ik teken een kerk van 15 cm hoog.
De schaal is 1 : 90.
Hoe hoog (cm) is de kerk in werkelijkheid?
Slide 14 - Open question
Ik maak een maquette van het stadhuis. Hij is 40 cm breed. De schaal is 1 : 50.
Hoe breed is het stadhuis in het echt?
Slide 15 - Open question
De domtoren in Utrecht is 112 meter hoog. Ik maak er een maquette van met de schaal 1 : 200.
Hoe hoog wordt mijn maquette?
Slide 16 - Open question
De 'arc de triomphe' is 45 meter breed. Ik maak er een maquette van met de schaal 1 : 150. Hoe breed wordt de maquette?
Slide 17 - Open question
vergrotingsfactor = 25000
Slide 18 - Slide
Het model van Jaime is op schaal gemaakt. In werkelijkheid is Jaime 21 keer zo groot.
De schaal van Jaime is ....
A
21:1
B
1:21
C
21
D
1:8
Slide 19 - Quiz
Als de schaal 1: 50 is dan betekent dat:....
A
de foto is 50x zo klein als in het echt
B
dan moet je het aantal cm op de foto delen door 50
C
dan moet je het aantal cm op de foto keer 50 doen
D
dan moet je bij alle cm op de foto 50 cm optellen
Slide 20 - Quiz
De schaal is 1:400.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
400
C
0,4
D
4000
Slide 21 - Quiz
De schaal is 1 : 400
Hoe spreek je dit uit?
A
1 dubbele punt 400
B
1 2 stipjes 400
C
1 gedeeld door 400
D
1 staat tot 400
Slide 22 - Quiz
Wat betekent de schaal 1 : 50.000
A
1cm is in werkelijkheid 50.000 cm
B
1cm is in werkelijkheid 50.000 meter
C
1 cm is in werkelijkheid 500 cm
D
1m is in werkelijkheid 50.000 cm
Slide 23 - Quiz
Geef hier aan hoever je de uitleg snapt.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 24 - Poll
More lessons like this
Schaal
September 2023
- Lesson with
17 slides
Rekenen
MBO
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
Studiejaar 2
Rekenen met een schaal
September 2018
- Lesson with
13 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6
Rekenen met een schaal les 3/4
February 2023
- Lesson with
34 slides
Rekenen
MBO
Studiejaar 2
Rekenen met een schaal
June 2023
- Lesson with
14 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6
Schaal
May 2023
- Lesson with
25 slides
Rekenen
MBO
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1,2
Studiejaar 2
Rekenen met een schaal
December 2021
- Lesson with
20 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6
7a blok 4, week 2, les 3, Rekenen met een schaal
October 2022
- Lesson with
16 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6,7
7a blok 4, week 2, les 3, Rekenen met een schaal
March 2022
- Lesson with
17 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 6,7