Uitbreiding: ondernemerschap

Ondernemerschap
1 / 46
next
Slide 1: Slide
PAVSecundair onderwijs

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ondernemerschap

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat moet ik weten voor ik een eigen bedrijf begin? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Boekhouder / accountant
  • Onmisbaar om een goed zicht te krijgen op de financiële situatie van uw zaak, zodat u de juiste beslissingen kan nemen. 
  • Correcte boekhouding voeren is ook een wettelijke verplichting.

  • Ga na of de boekhouder erkend is
  • Verkennend gesprek en advies is gratis 

Besef: jij bent klant van de boekhouder

Slide 11 - Slide

Bepaal je juridisch statuut 

Het statuut van je keuze zal de sociale bescherming die je geniet bepalen, en de sociale bijdrage die je daarvoor betaalt.

Slide 12 - Slide

Bepaal je ondernemingsvorm 
Eenmanszaak versus vennootschap

Laat je adviseren
(besef dat je boekhouder meer aan jou verdient wanneer je een vennootschap start)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Eenmanszaak 
Voordelen 
  • eenvoudig en goedkoop op te richten
  • geen minimumkapitaal
  • beperkte boekhoudkundige en administratieve verplichtingen
Nadelen
  • geen onderscheid tussen privébezit en het vermogen van de onderneming
  • aangifte in de personenbelasting (hoger tarief dan bij vennootschapsbelasting)

Slide 15 - Slide

Vennootschap 
Voordelen 
  • beperking van de financiële risico’s door scheiding tussen privébezit en het vermogen van de onderneming
  • lager tarief dan personenbelasting
Nadelen
  • hogere kosten bij oprichting
  • wettelijke verplichting van financieel plan
  • meer boekhoudkundige en administratieve verplichtingen
  • stopzetting is complex


Slide 16 - Slide

Ondernemingsnummer
Met dat nummer belandt jouw bedrijf in de KBO, de Kruispuntbank van Ondernemingen van de overheid.

Verplicht zowel voor natuurlijke personen (eenmanszaken), als voor de meeste vennootschapsvormen.

Slide 17 - Slide

BTW-nummer
Btw = belasting op de toegevoegde waarde. Het is een belasting die wordt geheven op elke stap van de productie van goederen of levering van diensten.

  • Unieke identificatienummer van jouw onderneming bij de dienst belastingen.
  • Gebaseerd op je ondernemingsnummer.

Slide 18 - Slide

Sociale zekerheid 
  • Als zelfstandige ben je zelf verantwoordelijk voor je sociale zekerheid
  • Sociaal verzekeringsfonds (Bv. Liantis, acerta, securex, partena, Xerius,...)

Slide 19 - Slide

Financieel plan 

Ondernemingsplan voorleggen aan de bank


Slide 20 - Slide

Schulden/ risico's

Je wordt overal gezien (reputatie)
Goed bedoelde investeringen 
Nonchalant omgaan met facturatie 
Ongevallen bij het sporten (been breken tijdens skiën)
...

Slide 21 - Slide

Faillissement 
Schulden!

Betekent niet dat je moet betalen. (vennootschap)

Wordt onderzocht door de rechter (wanbeleid?)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Opdracht

Ga op zoek naar een gat in de markt en bedenk een product of een dienst. Maak een pitch en voer die uit.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Taak 1: Procenten, breuken, kommagetallen

Slide 26 - Slide

Taak 2: Breuk van een getal berekenen

Slide 27 - Slide

Taak 3: Procenten toepassen

Slide 28 - Slide

Inkomsten en uitgaven

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Hoeveel ga je nu echt verdienen? 

Brutoloon: totale loon (overeengekomen met werkgever).

Nettoloon: loon dat je effectief op je rekening krijgt.


Slide 34 - Slide

Studentenovereenkomst

Bruto 
- Solidariteitsbijdrage (2,71%)
= Netto 

Slide 35 - Slide

Arbeidersovereenkomst

Bruto 
- RSZ (13,07%)
Belastbaar loon
- Bedrijfsvoorheffing
= Netto 

Slide 36 - Slide

Minimumloon 
  • Niet bepaald door de wet
  • Vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO's)
  • Gesloten in de paritaire comités (PC’s)
  • Afhankelijk van sector en leeftijd 

Belangrijke bescherming voor de werknemer!





Slide 37 - Slide

Gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen
  • Geldt voor alle sectoren
  • Vastgelegd in 2 collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) van de nationale arbeidsraad (NAR).
  • Absolute ondergrens voor werknemers van 18 jaar en ouder.





Slide 38 - Slide

Mag ik alleen in de zomer werken als jobstudent?
A
Ja
B
Neen

Slide 39 - Quiz

Ben ik verplicht om mijn 600 uren op te gebruiken?
A
Ja
B
Neen

Slide 40 - Quiz

Moet ik een overeenkomst hebben met mijn werkgever?
A
Ja
B
Neen

Slide 41 - Quiz

Behoud je het recht op kinderbijslag?
A
Ja
B
Neen

Slide 42 - Quiz

Moet ik een belastingaangifte indienen?
A
Ja
B
Neen

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Exit - opdracht 

Jij bent leerkracht.
Stel per bundel 5 vragen.

Slide 46 - Slide